Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
In 2016 verschenen twee lijvige coffee table books over de meest bekende kostuumcollecties in Parijs. De een werd in 1907 begonnen en bevindt zich in het in 1956 opgerichte Musée du Costume, dat sinds 1977 als Musée de la Mode et du Costume de la Ville de Paris is gevestigd in Palais Galliera. Deze verzameling is dus eigendom van de stad Parijs. De ander behoort toe aan de Franse staat en bevindt zich sinds 1905 in het Musée des Arts Decoratifs, gevestigd in de westvleugel van het Louvre. In 1948 werd daar de collectie van de Union française des arts du costume – dus van diegene die in de couture werkzaam waren – aan toegevoegd en sinds 1986 zijn beide verenigd onder de naam Musée de la Mode et du Textile.
Palais Galliera heeft veel te danken aan Maurice Leloir en Madeleine Delpierre, Arts Décoratifs is schatplichtig aan François Boucher en Yvonne Deslandres; allemaal bekende auteurs van belangrijke kostuumpublicaties en makers van baanbrekende tentoonstellingen. Tegenwoordig is de ambitieuze en controversiële historicus Olivier Saillard directeur van Palais Galliera en wordt de kostuumcollectie in Arts Décoratifs geleid door de kosmopolitische, Frans-Chileense historicus, Hoofd-Conservator Pamela Golbin.
Het collectieboek is bij de gelijknamige tentoonstelling (14-5-2016/12-2-2017) – die eind oktober van inhoud wisselde – uitgegeven. Ruim formaat, dik glanzend papier en boordevol grote kleurenfoto’s. Opvallend is echter dat de bladzijde direct na het titelblad geheel is gereserveerd voor de naam van de betrokken fotograaf, Éric Poitevin. Hij geeft sinds 2008 les aan de prestigieuze École des Beaux-Arts in Parijs en werd speciaal door het museum benaderd. Doorgaans fotografeert Poitevin de natuur, het lichaam of dode dieren; de laatste twee vooral in een klinisch witte omgeving hangend, staand of liggend op een witte sokkel. Als ‘artiest van het buitenleven’ vond hij het een uitdaging om zoiets futiels [onbelangrijk, onbeduidend] als mode te fotograferen, aldus het persbericht van uitgever Paris Musées.
Directeur Olivier Saillard – die trouwens ook voor de inrichting van de tentoonstelling tekende – wil graag baanbrekend en nieuw zijn, en mogelijk was dit leidend in zijn keuze voor Poitevin. Esthetisch is het boek zeker; verfijnde kleurkeuze voor de tekst, mooie typografie, ruime bladspiegel maar de objecten (en daar gaat het per slot toch om?!) zijn in vele gevallen niet goed te zien. Misschien was de huisjas van schrijver en oprichter van de verzameling, Maurice Leloir niet mooi (genoeg). Dat zullen we nooit weten, want hij ligt op een sokkel en is van de zijkant gefotografeerd. De jurk van modeontwerpster Madeleine Vionnet ligt plat uitgestrekt met de hals naar de lezer toe, terwijl de robe de jour van de Franse schrijfster en geliefde van Chopin, George Sand platliggend en met inkijk vanaf de zoom gepresenteerd wordt. Misschien nieuw en vooruitstrevend in de wereld van de fotografie, maar voor de mode- en kostuumliefhebber niet bepaald hetgeen waarvoor men meteen warm loopt. Desondanks heeft het zware boek gelukkig ook een aantal foto’s waarop de objecten wél goed te zien zijn en de compacte teksten zijn interessant, net zoals de inleidingen door de verschillende conservatoren. Het e.e.a. is in het Frans: 220 pp., 97 kleurenfoto’s, €39.90, ISBN: 978-2-7596-0324-4. Zoals gebruikelijk heeft Palais Galliera ook een klein boekje, onder dezelfde naam en met een summiere chronologische selectie uitgegeven. (ISBN: 9-782759-603251, €6)
Het Musée de la Mode et du Textile vierde zijn 30-jarig bestaan met een grote overzichtstentoonstelling (7-4/14-8-2016) en het gelijknamige boek. Qua uitvoering doet deze publicatie bepaald niet onder voor de vorige: de 263 kostuums van 1690 tot 2015 zijn full page te bekijken en regelmatig aangevuld met foto’s, modeprenten, -tekeningen, portretten e.d. De kledingstukken zijn op de conventionele manier – op een pop – gepresenteerd, maar jammer genoeg is de belichting vaak zo schel dat de kleuren soms wegvallen. De interessante begeleidende teksten zijn geschreven door de conservatoren en de restauratoren, en bieden daardoor verschillende invalshoeken.
Erg prettig zijn de bladzijden achterin waarop alle kledingstukken in klein formaat zijn gerangschikt waardoor in één oogopslag een overzicht van de ontwikkelingen in de mode te zien is en de lezer een goede indruk krijgt van de rijkdom van de collectie. Vóór in het boek staat een compacte inleiding over de ontstaansgeschiedenis van het museum. Een paar foto’s van vroege inrichtingen zou het e.e.a. hier hebben kunnen verlevendigen, maar misschien wilde men niet afleiden van de rest van het boek. Dit zware boek bestaat vooralsnog alleen in het Frans; hopelijk verschijnt op termijn van beide een Engelse versie zodat meer lezers de nieuwe informatie tot zich kunnen nemen. Duurder dan bovenstaande, maar van harte aan te bevelen: 280 pp., 263 kleurenfoto’s, €55, ISBN: 978-2-9169-1462-6
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Elke x wordt ik weer verrast door de besprekingen over textiel e.d blij dat deze landelijke museale medewerking is ontstaan voor bezoekers geïnteresseerden en liefhebbers op textiel gebied.
Heel erg bedankt voor dit mooie compliment! Deze lezen wij altijd met veel plezier.