Slow fashion, vegan fashion, organic fashion, ethical fashion, fair fashion. Álles draait in Los Angeles om een nieuwe subcultuur, ECOfashion. Groen is het nieuwe zwart en steeds meer nieuwe en gevestigde modeontwerpers geven zich over aan de natuur.
Tijdens mijn wandelingen door de stad zag ik veel advertenties en posters over duurzaamheid en het werd me duidelijk dat Los Angeles het centrum lijkt te worden van duurzame, bewuste en ethische kledingmerken. Stella McCartney schrijft op haar website dat 'eco' geen woord moet zijn 'dat onmiddellijk beelden oproept van havermoutkleurige kleding en dat het in elke vorm ontbreekt aan luxe of schoonheid, detaillering of wenselijkheid'. En daar is L.A. het mee eens.
Ik bezocht de modeshow Style & Sustainability: A Fashion Revolution waar NASA airbags, bier filterdoeken, hennep en autobanden zijn veranderd in haute couture.
Een van de organisatoren is Marci Zaroff, zij bedacht de term ECOfashion in 1995, maakte het haar levenswerk en winkelt sindsdien altijd in harmonie met het milieu. Ze vertelt graag positieve verhalen door de lens van mode. Verhalen over tijdloosheid en upcycling (het hergebruiken van weggegooide objecten of materiaal op een zodanige manier dat er een product van hogere kwaliteit of waarde wordt gecreëerd dan het origineel). Over menselijkheid en verbinding. Wat ons allemaal kan verbinden, zoals vezels en draden in kledingstukken met elkaar verbonden zijn, is het spiegelen van de materialen die we zouden moeten gebruiken en wat we zouden moeten dragen.
De mode industrie is de tweede grootste vervuiler ter wereld en daar moet verandering in komen. ECOfashion is duurzame mode die de natuur zo min mogelijk belast. Zonder het gebruik van te veel water, gifstoffen, onnatuurlijke verven of bleekmiddelen en met zo min mogelijk CO2 uitstoot. 20% van de wereldwijde zoetwater-vervuiling komt door textielbehandeling en verven, 10% van de koolstofvoetafdruk is afkomstig van de mode-industrie. Slechts 3% van de landbouw in de wereld bestaat uit katoen, maar bijna 20% van' s werelds meest giftige pesticiden wordt op katoen gebruikt. Dat is één derde van alle textiel. De modeshow werpt licht op de menselijke en milieueffecten van mode en presenteert oplossingen zodat we allemaal een deel van de oplossing kunnen zijn in plaats van het probleem.
Deze ecologische modevorm lijkt voort te komen uit de cultuur in Los Angeles, uit een levensstijl. De mode is een product van de tijdgeest en er is een duidelijke verbinding tussen deze stijl en hoe de mensen zijn. Ik denk dat de levenswijze van de inwoners van L.A. hier al lange tijd (bewust of onbewust) op aan stuurde. De klimaatproblematiek voert de boventoon bij de beslissingen van de moderne Amerikaan. Overal zijn vintage winkels, kringloopcentra, organic supermarkten en vegan restaurants. Het zou normaal moeten zijn dat een product eerlijk is, zowel eerlijk naar de mens als naar de natuur. Gifstoffen in textiel komen bijvoorbeeld in de huid van de maker maar ook in de huid van de drager.
In de modeshow zijn veel verschillende stijlen te zien. De ontwerpers komen allemaal uit Los Angeles en ook de collecties worden lokaal bedacht, genaaid en geverfd. Van badpakken tot hennep-hemden en tassen. Het publiek mocht de stoffen zelfs aanraken, ze waren licht, zijdezacht en zagen er futuristisch uit. Natuurlijke Tie-Dye en het verven van textiel met bloemen door Gallelli is dé nieuwste ECOtrend van het volgende decennium.
De collectie van Gallelli vond ik de mooiste show van de avond. Niet alleen zijn mode maar ook de filosofie en werkwijze van de ontwerper is innovatief. Dominic Gallelli is een jong en gloednieuw modemerk uit Los Angeles. In een artikel geschreven in 2018, voordat hij zijn label begon, zegt hij: “Ik wil een merk dat voor duurzaamheid staat maar ook een merk dat meetelt in de haute couture wereld. Ondanks dat deze werelden heel anders zijn” [1]. Gallelli gebruikt oude, bestaande stoffen, kledingstukken en vintage die hij manueel verft met bloemen als belangrijkste grondstof.
Voordat de stoffen met bloemen kunnen worden geverfd, verwijdert hij de olie met organische zeep en natuurlijke zoutmineralen uit de stoffen (bijvoorbeeld oude katoenen t-shirts). Vervolgens worden de stoffen gekleurd met goudsbloemen, hibiscus, ingrediënten van eikenbomen en nog veel meer andere soorten planten en bloemen zoals bessen, bieten of mossen. Ten slotte spoelt hij de stof met oceaanwater waardoor de helderheid van de kleuren behouden blijft en om een langdurig gebruik te verzekeren.
Ook Natascha Tonić laat zien wat er mogelijk is om een collectie de verduurzamen. Haar natuurlijke badkleding van hennep zag er klassiek uit, met een moderne twist en past perfect bij de Californische buiten- en eco-cultuur. De belangrijkste filosofie van Tonić is dat haar zwempakken en bikini’s geen giftige microvezels bevatten die in het water kunnen komen, waardoor ze het milieu niet vervuilen. Ze lanceerde haar collectie met de bedoeling om de zwemkleding van vrouwen te veranderen.
Al decennia lang zijn badpakken gemaakt van polyester, dat niet biologisch afbreekbaar en slecht voor de huid is. De stof van de badkleding van Tonić is daarom gemaakt van een unieke, natuurlijke hennepvezel die antimicrobieel, UV-bestendig, duurzaam en een gezondere keuze voor de huid is. Dankzij de hennepvezel kunnen de badpakken een dubbele taak vervullen als lingerie, body of sportkleding. Het is seizoenloos en vermindert daardoor onnodig afval [2].
De zero-waste-fashion en backpacks van de laatste ontwerpers van de show, Rewilder (Lisa Siedlecki en Jennifer Silbert), lijken uit de toekomst te komen en de kleuren wit en zilver voeren de boventoon. Nieuw materiaal zal door dit merk nooit worden gebruikt, alle materialen zijn al eerder gebruikt of verwerkt en ‘gered’ uit het afval van andere industrieën, zoals de auto- en alcoholindustrie. Rewilder schept bijvoorbeeld vellen stof van de bier-filterdoek of gebruikt airbags van NASA, de stoffen worden vervolgens gewassen, gesneden en gestikt en verwerkt tot handgemaakte tassen, jassen, schorten en accessoires. Het merk verft de collectie met bierbrouwsels, een amberkleurig brouwsel geeft een koperachtige toon, een donker brouwsel zorgt voor een zilvergrijze tint. De polypropyleen stof die ze gebruiken is bovendien lichtgewicht en duurzaam [3].
In de volgende blogpost zet ik deze duurzame en ecologische lijn voort en onderzoek ik de geschiedenis van Amerikaanse vintage. Ook bezoek ik een aantal van de vele vintage winkels van Los Angeles. Ik probeer de mooiste en meest kwalitatieve adressen te vinden en stel een top vijf op.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie