Duurzaamheid is op dit moment een trend in de samenleving. In de Nederlandse streekdrachten was duurzaamheid geen trend, maar dagelijkse praktijk. Het hergebruik van oude soldatenjassen op het voormalig eiland Marken was daar een voorbeeld van.
Marker vrouwen en meisjes droegen een ‘rijglijf’. Dit is een soort korset. Dit rijglijf was meestal gemaakt van donkere wollen stof en geborduurd in bonte kleuren. Voor de vervaardiging van deze rijglijven gebruikten de Markers soms de stof van tweedehands mariniersjassen. De jassen werden op het eiland verkocht door onder meer handelaren in tweedehands kleding uit het naburige Monnickendam.
Uit de overgebleven resten van de jassen knipte men zooltjes, die onder de gebreide kousen werden genaaid, zogenaamde ‘kousenlappen’. Dit zorgde er voor dat de kousen minder snel sleten en beschermden de hielen in de houten klompen. De uniformstof werd daarom op Marken ook wel ‘kousenlappengoed’ genoemd.
De uniformknopen werden niet weggegooid maar eveneens hergebruikt. Op Marken was het gebruikelijk om wandborden aan de wand te hangen door middel van een touwtje. Hiervoor werd in het bord een gaatje geboord en het touwtje aan de voorkant met een knoop vastgemaakt.
Door dergelijk hergebruik hoefde niets dat nog van waarde was weggegooid te worden. Marken stond daarin natuurlijk niet op zich. Ook in andere streekdrachten en in de algemene mode was hergebruik van wat nog niet ‘op’ was heel gewoon.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie