Hergebruik en retrostijlen zijn in de mode. Winkels met vintage kleding en interieurspullen doen goede zaken. Of het nu uit duurzaamheidsoverwegingen, uit nostalgie of uit drang te ontkomen aan massa-artikelen is, veel mensen omringen zich met vintage meubelen en kleden zich in al eerder gedragen kleding.
Zelfs nieuwe kledingcollecties suggereren een verleden. Die trend duurt al een poosje. Spijkerbroeken die nieuw op de markt komen, maar er verwassen en kapot uit zien zijn misschien wel het meest duidelijke voorbeeld. Wat niet oud voorhanden is wordt wel oud gemaakt.
In sieraden uit de eerste helft van de vorige eeuw zien we een enigszins vergelijkbare trend. Sinds het begin van de twintigste eeuw raakte streekgebonden kleding met de bijbehorende sieraden steeds meer uit gebruik. Die sieraden vertegenwoordigden echter zowel een financiële als een emotionele waarde. Bruikbare elementen werden dan ook veelvuldig vermaakt tot bij modekleding draagbare sieraden. Deze armband uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum past in die trend.
De armband met voorstellingen van Bijbelverhalen lijkt gemaakt van hergebruikt boekbeslag. Hoe dergelijk beslag eruitzag is te zien op een foto van de bijbel van Hermina Dirks Rigterink. Zij kwam uit Genemuiden, dicht bij Staphorst waar bijbels met zilverbeslag nog lang in gebruik bleven bij de kerkdracht. Jacco Hooikammer schreef onlangs in zijn blog ‘Heibel om een bijbelketting’ hoe ze daar nog in de jaren zestig van de vorige eeuw zorgden voor opschudding.
Misschien waren er niet genoeg oude boeksloten om aan de vraag te voldoen of was het te veel werk om de oude sloten te vermaken; in ieder geval ging men in die tijd ook nieuwe ‘oude’ armbanden maken. De armband in het Nederlands Openluchtmuseum is daar een voorbeeld van. Hij is in 1943 door de firma Gebroeders Niekerk in Schoonhoven nieuw gemaakt, ongetwijfeld met mallen van oud beslag. Als je eenmaal weet waar je op moet letten is het niet zo moeilijk om deze zogenaamd oude armbanden te onderscheiden van exemplaren die in een eerder leven als boekbeslag hebben gediend. Het beste is dit te zien aan de oogjes waaraan de kettinkjes zitten. Bij exemplaren gemaakt van gesloopte boeken zijn er ogen aan het beslag gesoldeerd om de verbinding tot armband te kunnen maken. Bij de nieuw gemaakte ‘boekslotarmbanden’ zijn ogen tijdens het maken meegegoten. Bij de armband uit het museum zie je dat vooral goed aan de achterkant.
Daarnaast kun je kijken naar de tekens (van de maker, de jaarletter en de materiaalkeur) die in het zilver zijn geslagen, al zijn die bij oud boekbeslag door het vermaken vaak verdwenen of niet goed meer leesbaar. In de armband in het Nederlands Openluchtmuseum staat keurig het makersteken van de firma Gebroeders Niekerk uit Schoonhoven.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie