Toen ik de online kostuumcollecties op Modemuze bekeek, stuitte ik in de collectie van Museum Rotterdam op een japon en een hoed uit 1937 die door ene mevrouw Suermondt waren gedragen bij haar presentatie aan het hof in 1937. De naam kwam mij bekend voor en opeens wist ik het weer. Mevrouw Suermondt kwam al eerder voor in een tekst die ik schreef over etiquette en hofkleding rond het huwelijk van prinses Juliana in 1937 (Haagse Hofmode, pagina 36).
De informatie over de Amerikaanse mevrouw Virginia Suermondt-Humason komt uit een brief die zij in maart 1938 aan haar ouders schreef. De brief kreeg ik in handen via Eelco Elzenga, nu door zijn pensionering helaas een oud-collega van Paleis Het Loo.
Virginia, die in 1921 met Willem Suermondt trouwde en in Rotterdam aan de Westensingel woonde, had haar ouders al schandalig lang niet geschreven. Ze opent de brief met een excuus aan haar ouders voor deze lange stilte, maar maakt het meteen weer goed door een brief van zes A4-tjes te tikken met gedetailleerde informatie. Geen persoonlijke informatie, maar vooral een lang verhaal over haar audiëntie bij koningin Wilhelmina, die op 21 december 1937 om 16.15 uur plaats zou vinden op Paleis Noordeinde.
De eerste reactie bij Virginia op de uitnodiging van het hof was natuurlijk: ‘oh help, wat moet ik aan?’ Op de uitnodiging stond: visitetoilet. Maar hoe interpreteer je zo’n kledingvoorschrift? Wat mag wel en wat mag absoluut niet? Virginia ging zo snel mogelijk naar het befaamde modehuis Kühne in Den Haag, waar ook de bruidskleding van prinses Juliana werd vervaardigd: ”The exclusive establishment which furnishes everything for the Princess and in fact everyone who goes to court”.
Bij Kühne werd door de modiste het kledingvoorschrift als volgt uitgelegd: “The dresses for a presentation must be nearly on the ground, but no trains. The sleeves must be just below the elbow this year and worn with light suede three-quarter gloves which must be kept on. Slippers and hat I chose of the same material of the dress and mostly all the others had done the same. The hat had to be small and without a veil no matter how small that veil was. No fur was allowed – and – the Queen prefers light colours, and black, even in accessories is forbidden”.
Het is verrassend dat Virginia ondanks de voorkeur van koningin Wilhelmina voor lichte kleuren toch koos voor een blauw ensemble (afb. 1): ”Wim and I had chosen a peculiar colour of peacock blue but then lighter than you would think, and I think it suited me very well. Slippers were of the same material and the toque also (or do you call it a turban?), very tight-fitting with a twisted border. When the material had been chosen and the measurements taken, we went to buy the stockings and gloves and then treated ourselvess to a cup of coffee on the boulevard before returning home”.
De tussentijd tot aan de grote dag werd koortsachtig gevuld. De 38-jarige Virginia was onder andere druk bezig met het veelvuldig oefenen van de reverence, de subtiele kniebuiging die iedere debutante bij de presentatie voor de koningin moest maken: ”Well, the next couple of days were spent in going to the Hague to try on my gown and having the hairdresser wash and curl my hair (…). I forgot to say that I had been faithfully practicing my curtsy for the Kaiser and now practiced anew before each chair. Anyone would have thought me crazy as a loon if they could have seen me entering empty rooms and making a deep reverence, as the French call it, with so much grace that ik seemed to me the Queen would surely think, 'How beautifully that American Mrs. Suermondt makes her bow!' Every empty chair played at being Queen for me and witnessed my increasingly skillful attempts”.
Oefening baart kunst; of dat in het geval van Virginia ook zou was blijkt uit dit citaat: ”Alas, when the time was actually there to make my bow, I had the feeling that my legs were like sticks and my joints like water which would not hold them. But that feeling disappeared the minute I started downwards in my sweep, for in looking to the Queen, I quite forgot my bow and so do not at all know how I did it!”.
Op 21 december 1937, de dag van de audiëntie, checkte Virginia voor vertrek voor de honderdste keer haar tasje om te zien of haar kanten zakdoekje en haar hoesttabletten voor de droge keel er wel in zaten. Ze was ook opnieuw naar de kapper gegaan: ”And then on the morning of the 21st, just before lunch, I again went to him, this time with my little hat, and he put it on at just the right angle and then dressed my hair so that the curls were just in the right place under the brim and there wasn’t a stray hair anywhere which could be so rude to get out of place before the Queen.” (afb. 2).
Wat mij verbaast, is dat de hoed getooid is met een netje, een sluier, terwijl het kledingvoorschrift aangaf dat koningin Wilhelmina daar helemaal niet van was gediend. De blauwe pochette (afb. 3) die ook in Museum Rotterdam wordt bewaard heeft Virginia in ieder geval niet meegedragen in haar handtas. Daar zat het kanten zakdoekje in.
Zoals Virginia in de brief beschreef is de audiëntie uiteindelijk goed verlopen, al waren er vele vrouwenknieën die akelig kraakten op het moment van de kniebuiging. Maar die van Virginia deden het gelukkig geluidloos.
Met dit verhaal van Virginia worden een blauwe jurk en een blauwe hoed uit Museum Rotterdam opnieuw tot leven gewekt voor een groot publiek. Zo is het persoonlijke verhaal van Virginia Suermondt-Humason een verhaal voor iedereen. En dat is nu precies het mooie van Modemuze!
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie