Japonnen met zweetplekken

1
Robe à la française, ca. 1775-1785, Gemeentemuseum Den Haag.
8 april 2016
Modedetective

Deze prachtige “grande parure” van gebrocheerde ivoorkleurige pekinzijde uit 1775-1780 is in uitstekende conditie. Voor zo’n oud kostuum is dat best bijzonder. Diverse achttiende-eeuwse japonnen in onze collectie hebben bijvoorbeeld zweetplekken onder de armen. Met het oog op de baadgewoontes in de achttiende eeuw, lijkt dat natuurlijk niet verwonderlijk. Maar zeggen deze vlekken wel iets over de hygiëne van de achttiende-eeuwse upper class? Of kan er ook een andere verklaring zijn?

Lichaamshygiëne in de 18de eeuw

Dat achttiende-eeuwers zich niet graag wasten, zal geen verrassing zijn. Velen waren ervan overtuigd dat baden ongezond was, omdat dit volgens de medische kennis van toen de natuurlijke beschermlaag van de huid verwijderde. Etiquetteboeken raadden dan ook aan, om alleen de zichtbare delen van het lichaam te wassen: gezicht, oren, nek, hals en handen. De onaangename lichaamsgeuren die ontstonden, werden gemaskeerd met parfum. Pas tegen de late achttiende eeuw trad er verandering op in de Hollandse houding ten opzichte van lichamelijke hygiëne.

Oud zweet

Toch zijn de zweetplekken die we terugvinden in achttiende-eeuwse japonnen, veelal ontstaan in de negentiende of zelfs de twintigste eeuw. Hoewel achttiende-eeuwse dames misschien niet veel aandacht besteedden aan het schoonhouden van hun oksels, deden ze dat wel als het om hun japonnen ging. De stoffen waarvan deze gemaakt werden, waren vaak erg kostbaar en moesten zo lang mogelijk meegaan – als het even kon meerdere generaties.

Daarbij was bovenkleding vaak moeilijk wasbaar. Om zweetplekken te voorkomen, droegen dames wijde linnen hemden die hun kostbare japonnen van binnenuit beschermden tegen lichaamsvuil. Omdat deze hemden sterk plooiden onder de oksel, kon het lichaamsvocht goed opgevangen worden. Zo voorkwam men verkleuringen in de prachtige zijden stoffen.

Verkleedsporen

Hoe zijn zulke zweetplekken dan wel ontstaan? Meestal gebeurde dit tijdens latere verkleedpartijen. In de late negentiende eeuw werden er bijvoorbeeld gekostumeerde feesten gegeven, waarop men graag in historische stijl verscheen. Sommigen lieten hiervoor speciaal een kostuum maken, maar veel vrouwen hadden in een oude kist op zolder nog wel een achttiende-eeuwse japon liggen die door hun voorouders gedragen was.

Voor een verkleedpartij werden zulke japonnen vaak een beetje aangepast. Negentiende-eeuwse verkleedsters hadden meestal niet exact hetzelfde figuur als hun voorouders, waardoor er bijvoorbeeld zomen uitgelegd of lijfjes ingenomen moesten worden. Ook werden oude japonnen soms opnieuw in elkaar gezet om beter aan de moderne smaak te voldoen.

Negentiende-eeuwse dames lieten het volumineuze hemd van hun betovergrootmoeders bij het verkleden meestal achterwege, wat de japonstof vaak niet ten goede kwam. Achttiende-eeuwse japonnen in onze collectie die sterke zweetplekken vertonen, bevatten bijna altijd ook negentiende-eeuwse vermaaksporen, waardoor er een duidelijk verband met verkleedpartijen te leggen is.

Moderne verkleedpartijen

Tot in de twintigste eeuw is er nog veel in achttiende-eeuwse japonnen verkleed – naast gekostumeerde bals ook tijdens optochten, toneelstukken, historische modeshows of gewoon voor de lol. Voor hedendaagse verkleedpartijen wordt gelukkig meestal voor een modern kostuum gekozen. Niet alleen hebben nog maar weinig mensen achttiende-eeuwse japonnen in hun verkleedkist liggen, ook ziet men de waarde ervan vaak beter in en is de lichaamsbouw dusdanig veranderd, dat de gemiddelde achttiende-eeuwse robe nog maar weinig volwassen vrouwen zal passen. Gelukkig maar, voor al die mooie japonnen!

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

9 apr 2016

Leuk artikel. Toen ik zijde bruidsjaponnen maakte gebruikte ik sousbras

Reactie