(Bijna) niks is Schotser dan tartan. De typische, geruite stof is een feilloze keus om allerlei producten een romantisch Schots tintje te geven, maar is zeker het meest bekend van de kilt: de Schotse mannenrok die tot op de dag van vandaag nog gedragen wordt. Dat maakt de trouwjurk van Isabella Fraser (meisjesnaam MacTavish) zo bijzonder: het is het enige bekende 18e-eeuwse kledingstuk voor een vrouw gemaakt van tartan.
Isabella MacTavish trouwde op 12 januari 1785 met Malcolm Fraser, waarna enkele andere bruiden uit dezelfde familie de jurk ook hebben gedragen. In de tentoonstelling Wild and Majestic: Romantic visions of Scotland (26 juni t/m 10 november 2019) in het National Museum of Scotland speelt de trouwjurk een van de hoofdrollen en bevestigt het romantische beeld van Schotland dat vanaf de 19e eeuw ontstond. Van wilde heuvels, doedelzakken, en natuurlijk tartan!
Het verhaal van de jurk is veel gedeeld over het internet, wat het wereldwijd tot een sensatie maakte. Ook Rebecca Olds (Timesmith Dressmaking), die veel ervaring heeft is het maken van historische (vooral 18de-eeuwse) kleding, werd verliefd op het kledingstuk. Bij haar ontstond het idee om de jurk te recreëren en na jaren van onderzoek en voorbereiding werd de droom eind juni 2019 realiteit.
Het is bijzonder dat de jurk niet alleen volledig werd gerecreëerd in het museum waar deze t/m 10 november 2019 te zien is, maar dat er ook nog een live-demonstratie is georganiseerd, zodat de kennis rondom het project gedeeld kon worden. Toen ik hiervan hoorde was ik direct enthousiast, en dus vloog ik op 28 juni naar Edinburgh om het te kunnen bijwonen!
Een team van acht ervaren dames in eind 18e-eeuwse kleding werkte twee dagen met gemiddeld 2 of 3 personen die tegelijk aan het kledingstuk. Abby Cox (American Duchess), die in het openluchtmuseum Colonial Williamsburg (VS) jarenlang historische kleding heeft gemaakt voor publiek, leidde het team. Met veel aandacht werd de jurk zoveel mogelijk op historische wijze nagemaakt.
Terwijl het team bezig was met de constructie, was er continu iemand aanwezig die vragen van het publiek kon beantwoorden. Niet alleen over de jurk, maar bijvoorbeeld over 18e-eeuwse kleding in het algemeen of stofproductie in Schotland.
Voor dit project is gekozen om een recreatie van de jurk te maken en geen reproductie. Dit betekent dat veel dingen uit de originele jurk gekopieerd zijn, maar niet alles. Het origineel zal namelijk gemaakt zijn ‘op het lichaam’ van Isabella. In de 18e eeuw werd vrouwenkleding niet met patronen gemaakt, maar op het lichaam geknipt en gepast om de juiste maat te krijgen. Juist dit organische proces wilde het team graag laten zien, maar omdat het model hiervoor natuurlijk verschilt van het lichaam van Isabella, is een exacte reproductie niet mogelijk.
De jurk is gemaakt van een zogenaamde ‘harde’ tartan, met wol die op een specifieke manier behandeld is en ongeveer 65cm breed was. Het origineel is grondig bestudeerd, de draden geteld, en uiteindelijk heeft het kleine bedrijfje Prickly Thistle een reproductie geweven. Daarbij zijn een paar draden extra toegevoegd, omdat ‘moderne’ weefgetouwen (uit het begin van de 20e eeuw) door hun kracht de stof net iets dichter maakten, en dus smaller.
Het was belangrijk om stof te hebben die ongeveer even breed was als het origineel, aangezien dan de hele stofbreedte gebruikt kan worden voor de panelen in de rok. En dat betekent weer dat de naden niet afgewerkt hoeven te worden, omdat de zelfkant van de stof niet rafelt.
Met de banen stof gereed op tafel, werden de eerste scharen in het materiaal gezet voor het knippen van de voorpanden van het lijfje en de rok. Terwijl sommige leden van het team begonnen met naaien, werden ook de mouwen, manchetten en uiteindelijk het achterpand geknipt. De linnen voering was van tevoren al op het lijf van het model geknipt en diende als patroon voor de bovenstof.
Na de eerste dag zaten de rokpanelen in elkaar, was de rok gezoomd, de voorkant van het lijfje aan de voering gestikt, waren de manchetten gemaakt, de mouwen in elkaar geregen, en de rugplooien geregen. Zo begon dag 2 met een passessie waarbij het lijfje passend werd gemaakt en de pasvorm van de mouwen werd getest. Daarna werden de voor- en achterkant van het lijfje aan elkaar gezet, de mouwen afgemaakt, de rok aan de achterplooien van het lijfje gezet, en de rok geplooid.
Daarna volgde een tweede passessie waarbij de mouwen aan het lijfje vastgespeld. Daarbij werd van onder de arm naar boven gewerkt, en de stof die overblijft wordt achter op de schouder ingeplooid om alles passend te maken. Op deze manier weet je zeker dat je mouw goed zit. Ook werden tijdens deze tweede sessie de rokpanden aan het lijfje gespeld. Zoals de meeste 18e-eeuwse japonnen heeft ook deze de zoom recht op de draad. Die wordt dus vooraf al gestikt, en daarna wordt de rok zo aan het lijfje gespeld dat hij overal de goede lengte heeft. Het is dus belangrijk om dat te doen met alle onderrokken al aan!
Een van mijn favoriete dingen was hoe tijdens het proces ook duidelijk werd wat voor eigenaardigheden er in deze jurk zitten. Op eerste gezicht is het een vrij typische 18e-eeuwse japon, maar het is en blijft natuurlijk handwerk. Er zijn in het origineel een aantal ongebruikelijke keuzes gemaakt, en een aantal dingen zijn gewoon fout gegaan en daarna opgelost!
Zo is de stijl van de plooien op de rug (relatief breed) in combinatie met de grote manchetten eigenlijk typisch voor de jaren 1740 en 1750. Maar omdat de groene verfstof in het materiaal pas in 1775 is uitgevonden, weten we zeker dat de jurk jonger is. Wellicht had Isabella voorkeur voor een iets ouderwetsere stijl?
Ook zijn de voor- en achterpanden van de stof recht op de draadrichting geknipt, terwijl het gebruikelijker is dat schuin te doen, zodat het lijfje mooi om het lijf vormt (coupenaden gebruikten ze nog niet en ‘schuin’ geeft de stof meer rek). Je ziet bij de uiteindelijke jurk dan ook dat hij dat niet zo mooi doet! Het lijfje sluit middenvoor met spelden, zoals gebruikelijk, maar heeft daaronder stroken met oogjes. Hiermee kan je de jurk eerst dichtrijgen. Dat komt vaker voor, maar is niet heel gebruikelijk. Wellicht is het gedaan om de jurk toch zoveel mogelijk strak om het lichaam te trekken.
De gekste zaken van deze jurk zitten echter in de mouwen. Om te beginnen loopt de voering van de mouw bovenaan niet helemaal door. Waarschijnlijk is daar gewoon een foutje gemaakt en is de voering gewoon aan de bovenkant van de mouw vastgestikt (in plaats van aan het lijfje). Dit kan je zien in het origineel, aangezien de steekjes afsteken tegen de stof.
De mouw is ook op een aparte manier ingezet, namelijk onder de buitenste plooi achterop de rug. Daaraan kan je zien dat die plooi pas gestikt is nadat de mouwen zijn ingezet. Verder is de mouw waarschijnlijk na de eerste keer passen bovenaan ingenomen, omdat hij daar te breed was. En onderaan is er een stukje aan vastgenaaid om hem langer te maken. Maar na het innemen was de mouw juist onderaan weer te smal. Om dat op te lossen is er simpelweg een knipje gemaakt onderin de mouw. De manchetten zijn er vervolgens overheen gezet, zodat je het niet ziet. Het is de vraag of de manchetten altijd al gepland waren, of gemaakt zijn om het foutje te verbergen!
Na twee dagen hard doorwerken, was de jurk zondagmiddag op de laatste steekjes na af en kon het team laten zien hoe alles er bij elkaar uit zag. Bij de jurk hoort ook een arasaid, een lap stof die over de linkerschouder gedragen wordt, dus deze werd er uiteindelijk overheen gedrapeerd. Daarbij droeg het model een kap en een fichu, een doek die de halsopening bedekt. Als onderrok is gekozen voor wit linnen, aangezien er niet bekend is wat voor onderrok er bij het origineel gedragen is.
Het was heel bijzonder om het kledingstuk zo tot leven te zien komen. Het maken van een recreatie als deze vergt niet alleen kennis van hoe kleding in de 18e eeuw gemaakt werd, maar ook van het kledingstuk zelf. Door met deze lens naar een origineel te kijken, zijn veel eigenaardigheden en bijzonderheden te ontdekken. Er zit enorm veel vakmanschap in deze jurk, maar ook foutjes, wat de makers heel menselijk maakt. We weten niet wie oorspronkelijk aan deze jurk gewerkt hebben, maar ongetwijfeld hebben ze ervoor gezorgd dat Isabella een hele mooie bruiloft had!
Rebecca Olds: Timesmith Dressmaking (Project leider)
Lauren Stowell: American Duchess
Abby Cox: American Duchess
Peryn Westerhof Nyman: Isabel Northwode Costumes
Katy Stockwell: Regency Regalia
Alexandra Bruce: Alexandra Bruce Costumes
Georgia Gough (Model)
Flora Macleod Swietlicki
De stof is geweven door Prickly Thistle, Het Inverness Museum and Art Gallery is de huidige thuisplaats van de jurk, en het event vond plaats bij het National Museum of Scotland, waar de jurk momenteel tentoon wordt gesteld (tot 10 november 2019).
Voor nieuws over het project, de documentaire die gemaakt gaat worden, etc, kan je de facebook pagina van Timesmith Dressmaking in de gaten houden.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie