Frits Liefkes (1930-2010) was, na zijn studie kunstgeschiedenis, van 1965 tot 1987 conservator meubelen bij het Rijksmuseum. Hierdoor was hij genoodzaakt zich terug te trekken uit de kunsthandel die hij samen met zijn partner, antiquair Cor Weegenaar, dreef.
Als privéverzamelaar verlegde Liefkes zijn aandacht vervolgens naar Indonesië. Dat hij als adolescent in Den Haag vrienden maakte onder de vele Indische migranten die er kwamen te wonen na de onafhankelijkheid van Indonesië, speelde daarin een grote rol.
Liefkes’ eerste aankoop werd de batik-collectie van Joachim Hurwitz, oud-directeur van het Museum voor Land- en Volkenkunde (nu Wereldmuseum) in Rotterdam. Die batik collectie was, zoals de overige Indonesische objecten die Liefkes nog zou gaan verzamelen, van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Naast textiel en meubelen, verzamelde hij ook voorwerpen van goud, waaronder sieraden.
Frits Liefkes vond dat een collectie bedoeld is om naar te kijken en om van te genieten. Dat was de drijfveer van zijn passie voor verzamelen. Zijn eigen esthetische smaak was zijn belangrijkste criterium. Hij creëerde in zijn huis zijn eigen wereld van schoonheid als contrast met, en bescherming tegen, de lelijkheid van de wereld om hem heen.
Hij leefde te midden van zijn collectie. Eenmaal in Liefkes’ huis maakten twee toonkasten op de eerste verdieping grote indruk. Ze waren gevuld met blinkende gouden voorwerpen; juweeltjes van goudsmeedkunst. Liefkes verzamelde vooral gouden voorwerpen die in de jaren zeventig op de markt kwamen, zoals sieraden uit Nias, Sulawesi, Sumba en de Molukken. Zij vormden een belangrijke aanvulling op de collectie van Museum Volkenkunde die vooral bestond uit voorwerpen uit koninkrijken en sultanaten verzameld in de koloniale periode.
Conservator Francine Brinkgreve begeleidde vanuit Museum Volkenkunde de bijzondere schenking van de bijna duizend objecten uit alle delen van de archipel. Volgens Brinkgreve was voor Liefkes een sieraad niet zomaar een mooi voorwerp, hij zag er ook de schoonheid in van de mannen en vrouwen die de sieraden hadden gedragen: ‘Het thema van de versierde mens sprak hem erg aan. Daarin beperkte hij zich niet tot juwelen van goud of zilver, maar verzamelde ook sieraden gemaakt van ivoor, hout, snavel van de neushoornvogel, kralen, veren en schelpen.
Kleding, sieraden en accessoires maken mensen niet alleen mooier, maar verlenen die persoon ook betekenis door het benadrukken van diens identiteit, status en positie in de maatschappij. Veel verschillende mensen zijn op deze manier vertegenwoordigd in de Liefkes-collectie: hij verzamelde bijvoorbeeld niet alleen een gouden hoofdtooi voor een Balinese danseres, maar ook één voor een adellijke vrouw uit Nias, niet alleen een zonnehoed versierd met kralen voor een Kenyah man, maar ook een hoofddeksel vervaardigd van fijn gevlochten palmblad, versierd met kleine edelsteentjes voor een Buginese man van hoge status.
Van 7 mei tot 21 juli 2013 toonde Museum Volkenkunde in de expositie Een huis vol Indonesië; Het mooiste uit de collectie Liefkes ruim 200 topstukken uit Liefkes’ collectie. Regelmatig maken voorwerpen die Liefkes heeft verzameld deel uit van tentoonstellingen, zoals bijvoorbeeld nog in 2018-2019 in SIERADEN – makers & dragers. Met het nalaten van zijn verzameling aan Museum Volkenkunde maakte Liefkes het mogelijk dat niet alleen hij, maar voortaan iedereen van zijn collectie kan genieten.
In de volgende drie afleveringen komen drie topstukken uit de Liefkes collectie aan bod: rai ni wöli wöli; een gouden kroon uit Zuid-Nias, kalung baderan; een paar Peranakan Chinese gouden hangers in de vorm van vissen, en sabau; twee Kenyah of Kayan oorsieraden gesneden van neushoornvogelsnavel.
Museum Volkenkunde, het Tropenmuseum en het Afrika Museum zijn onderdeel van het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW). Wereldmuseum Rotterdam is samenwerkingspartner.
Dit artikel is gebaseerd op:
Francine Brinkgreve, ‘Een huis vol Indonesische kunst’, in: Aziatische kunst, jaargang 43, nummer 1, maart 2013.
Francine Brinkgreve and David J. Stuart-Fox (eds), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Rijksmuseum Volkenkunde/KIT Publishers, Leiden/Amsterdam, 2013.Wouter Kloek en Jan Veenendaal: ‘Frits Liefkes (1930-2010) , in memoriam’ in: Francine Brinkgreve and David J. Stuart-Fox (eds), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Rijksmuseum Volkenkunde/KIT Publishers, Leiden/Amsterdam, 2013, pagina 15
Stijn Schoonderwoerd: ‘Preface’ in: Francine Brinkgreve and David J. Stuart-Fox (eds), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Rijksmuseum Volkenkunde/KIT Publishers, Leiden/Amsterdam, 2013, pagina 9.
Pieter ter Keurs, ‘The attraction of collecting: Frits Liefkes as collector’, in: Francine Brinkgreve and David J. Stuart-Fox (eds), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Rijksmuseum Volkenkunde/KIT Publishers, Leiden/Amsterdam, 2013, pagina 21.
Francine Brinkgreve: ‘The Frits Liefkes collection in Rijksmuseum Volkenkunde’ in: Francine Brinkgreve and David J. Stuart-Fox (eds), Living with Indonesian Art. The Frits Liefkes Collection, Rijksmuseum Volkenkunde/KIT Publishers, Leiden/Amsterdam, 2013, pagina 24-25.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie