Naar het strand gaan betekende vroeger iets heel anders dan nu. Echt zwemmen kwam er niet van; om de zee in te gaan werd er gebruik gemaakt van speciale badkoetsen en men ging lange tijd naakt het water in.
Vanaf de jaren 1920 wordt zonnebaden populair; een bruine huid werd een teken van welvaart, gezondheid, en jeugdige schoonheid. Mede hierdoor werd badkleding steeds minimaler.
Op 5 juli 1946 was daar ineens de Bikini, het kleinste badpak ter wereld. Dit ontwerp van ingenieur Louis Réard was een reactie op het kleine badpakje dat de Franse mode-ontwerper Jacques Heim twee maanden eerder op de markt had gebracht, en dat hij vanwege het kleine formaat ‘atome’ had genoemd.
Op warme zomerdagen trekken Nederlanders massaal naar het strand. Tegenwoordig kunnen vrouwen kiezen uit veel verschillende soorten badpakken en bikini’s. Het is lastig voor te stellen dat het in de 19de eeuw gebruikelijk was om in een volledig wandeltoilet naar de kust te gaan.
Van 100 lagen natte kleding tot naaktzwemmen, en alles daartussenin. De afgelopen 150 jaar is zwemkleding een dramatische evolutie ondergaan, waarin het uiterlijk ervan balanceert tussen functionaliteit en zedelijkheid.
Op een mooie dag zijn vrolijke zomerjurken en kekke zonnebrillen het go-to kledingstuk. Rond 1900 nam je iets anders mee naar buiten: de onmisbare parasol.