Alles wat van ver komt

 
Een onverknipte shawl en een ‘doekjeswollen kraplap’ van dezelfde shawl
1 mei 2017
Conservator Nederlandse streekdrachten & documentalist Nederlands Openluchtmuseum

Streekdracht is bij uitstek een internationale aangelegenheid. De materialen komen uit verschillende landen. Het materiaal van één van de Staphorster kraplappen in mijn verzameling is daar een sprekend voorbeeld van.

Made in Japan?

De boeketten in de vier hoeken van de kraplap komen uit een shawl die niet primair voor de streekdracht gemaakt werd. Toen ik een nog niet verknipte shawl tegenkwam, las ik op het label: ‘Switzerland type’. Als land van herkomst werd Japan genoemd. Maar met Zwitserland en Japan is het verhaal nog niet compleet.

Het label van de shawl

Vakantiesouvenir als kraplap

De Staphorster streekdrachtdraagsters gebruiken fleurig bedrukte, fijngeweven wollen stoffen voor hun mooiste kraplappen en als afwerking op hun zondagse schorten. Dergelijke fijngeweven (wollen) stof wordt mousseline genoemd.

De Staphorsters zelf noemen deze wollen stof als ze aan de meter wordt verkocht ‘wollen’. Wanneer er sprake is van een wollen shawl die wordt verknipt voor een kraplap noemen ze de stof ‘doekjeswollen’. Wollen is in allerlei dessins te koop bij de lokale stoffenwinkels. Deze dessins zijn dan voor alle drachtdraagsters te koop en dus niet ‘exclusief’. Wollen stoffen voor kraplappen worden dikwijls van buitenlandse (vakantie)bestemmingen meegenomen.

Een onverknipte shawl (een ’doekje’) uit Canada (particuliere collectie)

Emigratie naar Canada

In de tweede helft van de twintigste eeuw gingen duizenden Nederlanders een nieuwe toekomst tegemoet, bijvoorbeeld door te emigreren naar Canada. Ook Staphorsters emigreerden naar de overkant van de oceaan. Staphorster vrouwen die vóór hun emigratie nog streekdracht droegen, gingen in hun nieuwe thuisland over op burgerkleren. Ze wisten natuurlijk wel wat in het geboortedorp mooi gevonden werd.

Zo kwam één van die vrouwen in Canada een wollen shawl tegen die naar Staphorst werd gestuurd. Het motief viel in de smaak. De ontvanger maakte er een kraplap van. Zoals zo vaak als er iets nieuws op de markt kwam, wilden ook andere drachtdraagsters graag zo’n kraplap van een Canadese shawl. En dus kwam er een kleine handel op gang tussen de twee werelddelen.

Een fragment van één van de opgestuurde shawls (particuliere collectie)

Dit ‘Canadese wollen’ of ‘doekjeswollen van Canada’ is nog steeds gangbaar. Mijn kraplap is geschikt voor in de lichte rouw. Er zijn ook gekleurde varianten van het Canadese wollen beschikbaar voor uit de rouw. 

Globalisering in streekdracht

Een zekere exclusiviteit heeft de stof nog steeds: Staphorsters dragen de kraplappen van het Canadese wollen bij voorkeur naar feestelijke gelegenheden, zoals een bruiloft of een receptie. In juli 2003 kon ik voor de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum een tweetal kraplappen van ‘Canadees wollen’ verwerven. Hiermee zijn deze voorbeelden van globalisering in de streekdracht opgenomen als Nationaal Erfgoed.

Categorie: 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie