Het Folklor Dansemble Amersfoort (FDA) is een volksdansgroep die optredens verzorgt in binnen en buitenland. Daarbij wordt gedanst in traditionele kostuums, en dus ook in Nederlandse streekdracht! Maar het dansen in dracht brengt ook uitdagingen met zich mee, zeker voor dansers die niet gewend zijn aan kraplappen, lange rokken en kanten kappen. En hoe kleed je je in 7 minuten om van Marker naar Spakenburger dracht, of bewaar je 20 Volendamse rokken? Als danser en lid van de kostuumcommissie geef ik hier graag een kijkje achter de schermen.
Hoofdbeeld: Een paar in Arnemuider dracht tijdens een parade, met de nagemaakte sieraden. Foto door Myrthe Tielman.
Bij het FDA beginnen veel choreografieën met het kostuum. Series kostuums worden gekocht, langzaam bij elkaar verzameld en soms worden onderdelen zelf nagemaakt. Zo hebben enkele leden ooit onze Marker rijglijven geborduurd. Daarbij proberen we altijd om het er zo authentiek mogelijk uit te laten zien, maar wel binnen de mogelijkheden. Onze Zeeuwse kettingen zijn bijvoorbeeld helaas niet van echt bloedkoraal en goud gemaakt, maar gewoon van rode kralen en goudkleurig metaal.
Ook worden er vaak kleine dingen aangepast om kostuums op maat te maken. Met meer dan 20 dames hebben we verschillende vormen en maten in de groep. Zoveel mogelijk proberen we daarbij rokken en schorten op de goede lengte te krijgen, maar met wisselende leden moet er soms geschoven worden. Zoompjes worden soms verlegd, maar omdat het bijna allemaal handwerk is doen we dat niet voor elk optreden. Laatst zijn wel de Volendamse rokken op maat gemaakt, waarbij het koordje langs de zoom er helemaal afgehaald werd, en daarna weer opgezet. Een heel werk!
We proberen altijd zoveel mogelijk te leren over hoe kostuums origineel gedragen werden. We zijn bijvoorbeeld heel blij met onze Volendammer rokken omdat deze van de originele wollen stof gemaakt zijn, die niet meer wordt geproduceerd. Ook worden er zo nu en dan uitstapjes gemaakt om meer te leren over onze kostuums. Als er om praktische redenen af wordt geweken van de traditie, doen we dat ook bewust. Met rokken tot de grond is dansen bijvoorbeeld lastig, dus dragen we deze soms net wat korter.
Het FDA heeft bijna 30 verschillende kostuumseries in de opslag liggen, zowel internationaal als Nederlands, variërend van 1 tot 30 kostuums per serie. Het is dus belangrijk om alles zo efficiënt mogelijk op te slaan, en er tegelijk voor te zorgen dat alles mooi blijft! Volendamse rokken werden bijvoorbeeld origineel in de plooi ingeregen en onder het matras gelegd om de plooien goed te bewaren. Helaas hebben we geen 25 bedden in de opslag, dus onze rokken worden in de plooi opgerold en in een afgeknipte panty gestopt. Alle leden hebben rok-oprol-uitleg gekregen, en op de opslag hangen de rokken als worstjes aan het rek.
Naast de oproluitleg hebben we ook vouwuitleg voor de schorten. Nederlandse schorten werden origineel in de linnenkast bewaard en de vouwen werden er vaak niet uit gestreken voor het dragen. Een schort wat net uit de kast komt heeft dus de vouwen er nog in staan. Helaas voor onze dansers vouwen ze alleen niet overal de schorten hetzelfde op. Dat betekent dus heel goed opletten, en je schort precies zo opruimen dat de vouwen dezelfde kant op blijven gaan.
Na het aanschaffen en opruimen van kostuums gaat het uiteindelijk natuurlijk vooral om het dragen! De uitdaging is dat we in onze kostuums niet alleen dragen, maar er vooral ook in dansen. En voor iemand die gewend is aan dansen in een T-shirts en sportbroek zijn lange rokken en hoge kappen best een uitdaging. We oefenen dan ook altijd een keer in kostuum voordat een nieuwe choreografie het podium opgaat. Want een rondje draaien met een wijde rok aan voelt heel anders dan een rondje in een broek.
Naast de lange rokken zijn ook de Nederlandse kappen af en toe een uitdaging. Want als je onder een arm door draait met een hoge kanten kap op moet je uitkijken dat je die niet van je hoofd stoot! Het kostuumonderdeel waar dansers het meeste aan moeten wennen is echter toch wel de kraplap uit Spakenburg. Een iconisch onderdeel van de klederdracht, maar het zorgt er wel voor dat je je armen niet meer alle kanten op kan bewegen. En de mannen moeten bij het dansen de dame onder de kraplap op de rug vast houden.
Bij optreden hoort vaak ook snel omkleden. Omdat we vrijwel elke choreografie in een ander kostuum dansen moeten kostuums snel aan en uit, soms in minder dan 10 minuten. Dat is bij traditionele kostuums best een uitdaging, ons Marker kostuum telt bijvoorbeeld negen verschillende onderdelen. Dansers helpen elkaar achter de schermen dus veel, de ene trekt je rok uit terwijl de andere persoon de kap van je hoofd haalt en jij je hesje los maakt. Om na al het haasten en rennen natuurlijk weer rustig het podium op te wandelen alsof er niks aan de hand is.
Een van de grootste uitdagingen bij het omkleden is het haar. Er is vaak geen tijd om je haar opnieuw te doen, dus de basis van ons haar is een hoge knot met een vlecht. Daaroverheen kunnen de kappen gedragen worden. Helaas dragen we meestal dus geen haarrollen, omdat er geen tijd is deze na afloop weer uit te doen. Bij ons Arnemuider kostuum gaan bovendien halverwege de choreografie de kappen af, en een haarrol zonder kap zou er erg raar uit zien. In dit geval wordt er dus gekozen voor een kleine afwijking van de traditie, zodat we meerdere kostuums kunnen dragen binnen een voorstelling.
Dit is het grootste verschil tussen een dansgroep als het FDA en een echte kostuumgroep. Bij ons zijn de kostuums uiteindelijk een onderdeel van een groter artistiek geheel, waarbij de dans centraal staat. Op deze manier hebben we de kans om folklore aan een breed publiek te laten zien, en mensen kennis te laten maken met Nederlandse en internationale dans en kostuums.
Het FDA heeft choreografieën uit Nederland, maar ook uit bijvoorbeeld Turkije, Macedonië en Hongarije op het programma staan. Voor meer informatie of om een optreden aan te vragen: https://fdamersfoort.wordpress.com/
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie