Waarschijnlijk denkt men niet gelijk aan een sieraad bij het zien van dit papier met stenen en tekst. Dit voorwerp wordt een borstlap genoemd. Het exemplaar dat we zien op de foto is een miniatuurversie uit het poppenhuis van Petronella de la Court. Dit 17de-eeuws poppenhuis is misschien wel het meest bijzondere object uit de collectie van het Centraal Museum in Utrecht.
Het afgelopen jaar is een team bezig geweest om dit poppenhuis grondig te onderzoeken. In de Kunstkamer van het huis staat tegen de achterwand een ladekastje voor bijzonderheden; een rariteitenkabinet.
In de onderste lade van dit kabinet ligt een plaatje van perkament, beplakt met papier. Hierop zijn 12 (3 x 4) rood omlijnde vakjes te zien. In elk vakje een edelsteen. Bij elke steen staat met inkt de naam van de steen. Van links naar rechts en van boven naar onder zijn dat de volgende stenen: Sardis, Topaz, Carbon; Smar, Saphir, DIam; Hyari, Agaat, Ametist; Turk, Sardony, Jaspis. Onderaan staat geschreven: 12 stenen in de borstlap.
De eerste omschrijving van het borstlap zien we terug in Exodus 28, in het Oude Testament. Hierin wordt verteld hoe de priesterkleding voor Aaron, als vertegenwoordiger van God, gemaakt moest worden. Er moesten twaalf stenen in de kleding verwerkt zijn. 12 stenen die staan voor de 12 stammen van het Joodse volk. De borstlap is een symbool van Aaron die de namen van de Joodse volken op zijn borst draagt.
Het is niet zeker of de namen van de edelstenen op de borstlap uit het poppenhuis precies zo zijn als die van de kleding van de hogepriesters. Maar in veel vertalingen van de Bijbel zien we dezelfde 12 stenen genoemd. Het enige verschil is dat er soms Robijn werd gebruikt als eerste steen in plaats van Sardis. Dit komt door de vele Bijbelvertalingen waarin de namen soms door elkaar werden gehaald. Vroeger werden stenen beoordeeld op hoe ze eruitzagen, en niet op basis van wetenschappelijk onderzoek zoals we dat tegenwoordig doen.
Volgens Manager Collecties en Kennis bij het Joods Historisch Museum, Henrike Hovelmann, is er al heel lang belangstelling voor de Joodse geschiedenis in Nederland. Boeken van academici als Flavius Josephus, Petrus Cunaeus en Jacob Jehuda Leon waren heel gangbaar en geliefd in 17de -eeuws Nederland. In elk van hun boeken worden de 12 edelstenen beschreven.
Joodse priesters waren niet gangbaar in West-Europa, zo ook niet binnen de Joodse gemeenschappen die in Nederland gevestigd waren. Na de verwoesting van de Joodse Tempel die in Jerusalem stond, verdwenen er veel Joodse priesters en hun kleding en gebruiken uit de tradities. Dit gebeurde in circa 70 n. Chr. Als gevolg hiervan zijn er geen originele borstlappen bewaard gebleven en zien we ze alleen terug in prenten en op tekeningen.
De voorwerpen in het poppenhuis van Petronella de la Court kunnen ons meer vertellen over het leven van een extreem welvarend gezin in de 17e eeuw. Het poppenhuis als geheel zouden we daarom ook als rariteitenkabinet kunnen omschrijven. De meest uitzonderlijke materialen van over de hele wereld zijn terug te vinden in het huis. We zien bijvoorbeeld een klein opgezet schildpadje, exotische schelpen in de kasten en ivoren spiegellijsten aan de muren.
Door het poppenhuis te vullen met symboliek en objecten van over heel de wereld, wilde Petronella grip krijgen op de wereld om haar heen. Iets dat ze wellicht in haar echte woning in Amsterdam, vol keramiek, schilderijen en rariteiten, ook deed.
Het Centraal Museum weet al langere tijd over het bestaan van de borstlap die in het poppenhuis ligt, maar er was weinig bekend over dit voorwerp. De documentatie was summier. Toen ik op het blad met de edelstenen stuitte intrigeerde het me omdat ik benieuwd was waarom deze stenen zo op een rij naast elkaar waren geplakt.
Wat was hun betekenis en waar stonden ze symbool voor? Het zou kunnen dat de kunstenaars en handelaren met wie Petronella werkten hun kennis haalde uit de geschriften van Flavius Josephus, Petrus Cunaeus en Jacob Jehuda Leon, of van de prenten waarop priesters met een borstlap werden geportretteerd. We weten nu dat borstlapjes vrijwel nooit te vinden waren in Nederland. Dus dat de familie de la Court deze liet maken voor in het poppenhuis geeft aan hoe graag zij de hele wereld wilde vertegenwoordigen in hun poppenhuis.
Wil je meer weten over de ontdekkingen die gedaan zijn aan de hand van het poppenhuisonderzoek in het Centraal Museum? Klik dan hier.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie