Een H&M bloesje, ontworpen in Zweden, in elkaar genaaid in Bangladesh, verscheept over de wilde zeeën en uiteindelijk, via de Kalverstraat in een inloopkast in Bennebroek. Een Japanse broek uit een vintagewinkel in Praag, in de lade in Deventer. Trek aan één draadje in een kledingkast en het hele web beweegt mee, tot in de verste uithoeken van de wereld. Hoe verbonden we als producerende en consumerende mensen eigenlijk zijn, is echter al veel ouder dan we meestal denken. Deze mantel is daar een mooi voorbeeld van.
Het stuk werd in 1885 geschonken aan het Volkenkundig Museum door Johannes Kruyt, de Nederlandse consul in Djedda, Saoedi Arabie. Maar deze gewatteerde jas heeft een veel langere weg afgelegd dan eerder vermoed; de geschiedenis van dit kledingstuk strekt zich uit over meerdere continenten en als je goed kijkt zie je de verschillende invloedssferen.
Eigenlijk komt deze mantel namelijk uit de omgeving van Bukhara, wat nu in Oezbekistan ligt. En eigenlijk is de mantel gemaakt door het hergebruiken van caroqspreien. Deze patchworkspreien werden voor ramen en deuren gehangen en ook gebruikt om tunieken te maken voor jonge kinderen. De driehoeken zijn een afschrikmiddel voor kwade geesten, die bang zouden zijn om in de hoeken ervan gevangen te raken.[1] Dit patchwork werd dan ook gezien als beschermend, als een soort talisman.
Sommige stukjes textiel in de spreien zijn gemaakt in Rusland. Dat zat zo: eind negentiende eeuw werden delen van huidig Oezbekistan ingelijfd door Rusland. Al vanaf het begin van die eeuw schaakten Rusland en Groot Brittannië als het ware om meer invloed in Centraal Azië.[2] Dit machtsspel wordt ook wel the Great Game genoemd, of the Tournament of Shadows. Toen tijdens de jaren 1860 de katoeninvoer vanuit de Verenigde Staten wegviel als gevolg van de Burgeroorlog, schroefden de twee grootmachten hun expansie op. Groot Brittannië haalde haar katoen uit haar kolonie India weg, terwijl Rusland in Centraal Azië de handelsbetrekkingen wat serieuzer aan begon te trekken.[3] Door het inlijven van de khanaten van Samarkand en het installeren van marionettenregeringen in Bukhara en Khiva verzekerde Rusland zich niet alleen van een regio om haar katoen vandaan te halen; zo won ze ook een nieuwe afzetmarkt.[4] Naast de felgekleurde ikats van Bukhara en de gestreepte Osmaanse lappen, lagen er nu ook Russisch geprinte paisleymotieven, bloemig bedrukte katoenen balen op de textielmarkt.
De muraqqa’a (of khirq’a) is een kledingstuk dat door soefi’s al eeuwenlang gedragen wordt. De opgelapte, versleten en armoedige uitstraling van deze kledingstukken staat symbool voor het feit dat soefi’s weinig waarde hechtten aan aardse zaken als kleding. Paradoxaal genoeg werd er tegelijkertijd natuurlijk wel degelijk belang werd gehecht aan wát een soefi droeg. Er bestaan anekdotes waarin de profeet Mohammed het dragen van opgelapte kleding prijst als een deugd. Ook het doneren van kleding is een belangrijk gegeven waarmee de profeet geassocieerd wordt. Het doneren van kleding gebeurde in de eeuwen na de dood van profeet zowel in hoge als lage milieus, van kaliefen tot de middenklasse tot de mystieke soefi ordes. Soms werd via het doneren of aantrekken van een mantel of kledingstuk, de wijsheid of verheven gemoedstoestand van een meester soefi symbolisch overgebracht op een leerling soefi.[5]
Kleding is als een lakmoes: in één oogopslag is te zien welke plek in de maatschappij de drager bekleedt. Investeren in kleding en textiel was lange tijd zelfs waardevaster dan vastgoed. Bij de deze soefi’s in de negentiende eeuw was dat niet anders. Hun kleding was symbolisch en heel paradoxaal juist een uiting van hun desinteresse in kleding en “het materiele”. Met hun sjofele uiterlijk wilden ze duidelijk maken dat hun spiritualiteit verhevener was dan mensen die zich met overbodige luxe goederen bekleedden en verzorgden.
Maar hoe komt deze mantel nu terecht in Saudi-Arabië? Met de intensivering van de handelsbelangen door Rusland werd de infrastructuur sterk verbeterd en werd behalve de handel ook de bevolking in de regio veel mobieler. Een extra gevolg daarvan was dat meer en meer moslims uit Russisch gecontroleerd Centraal Azië er toe in staat waren om de hadj uit te voeren. Via de vers aangelegde treinverbindingen reisden ze naar Mumbai, waar ze de boot pakten richting Djedda. Het is heel waarschijnlijk dat deze mantel via die weg terecht is gekomen in de Saoedische havenstad. Hoe de mantel in handen is gekomen van de Nederlandse consul is onbekend.
*(Deze associatie tussen armoede en (spirituele) verhevenheid is nog steeds aanwezig: de verwassen, gescheurde spijkerbroeken in het straatbeeld, de geupcycelde parka’s van ASOS en de vintage winkels vol afgetrapte Converse sneakers die als paddenstoelen uit de grond schieten. Ook hergebruik, of iets wat daar op hint, is een statussymbool geworden en daarmee een onderdeel in de marketing gereedschapskist.)
Elias, Jamal. 2001. “The Sufi robe (Khirqa) as a vehicle of spiritual authority”. In Robes and Honor. Ed. Gordon Stewart. Palgrave. New York.
Meller, Susan. 2007. Russian Textiles: Printed Cloth for the Bazaars of Central Asia. Abrams New York.
Meller, Susan. 2013. Silk and Cotton: Textiles from the Central Asia that was. Abrams New York.
Pierce, Richard A. 1960. Russian Central Asian 1867-1917: a Study in Colonial Rule. University of California Press.
Yemelianova, Galina. 2002. Russia and Islam: A Historical Survey. Houndmills New York Palgrave.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie