De schakel vormt al millennia lang een van de meest belangrijke en universele elementen binnen het sieraad. In ketens, halskettingen en colliers is de schakel als constructief element letterlijk de verbindende factor. Verscheidenheid in materialen, uitvoering en vernuft hebben wereldwijd de meest prachtige creaties opgeleverd. De schakel kan daarnaast als symbool van eeuwigheid, liefde en macht, maar ook onderdrukking, veel vertellen over sociaal-culturele en maatschappelijke verhoudingen.
In een periode waarin we fysiek niet bij elkaar kunnen komen zoeken we andere manieren om ons te verbinden. In dit blog mijn handreiking naar jullie op basis van vier bijzondere schakels uit de Rijksmuseum collectie.
Een schakel wordt in de Van Dale gedefinieerd als ‘elk van de in elkaar grijpende delen van een ketting’.[i] Maar schakels worden natuurlijk ook gebruikt in armbanden, gordels, riemen en als verbindingsstuk bij oor- en haarsieraden, horloges en hangers. Wanneer we ons toespitsten op sieraden die om de nek gedragen worden kunnen we zeggen dat deze bestaan uit repeterende, in elkaar grijpende en flexibele onderdelen.[ii] Goud- of zilverdraad was in het verleden het uitgangspunt voor ronde of ovale schakels en die draad kon rond zijn, maar ook plat, vierkant of gedraaid en alle variaties daar tussenin. Uit de oudheid zijn ook hele andere vormen bekend die niet werden uitgevoerd in edelmetaal en in plaatmateriaal in plaats van draad.[iii]
Een meer recent voorbeeld van een extravagante, platte en gedraaide gouden schakel zien we in het portret van hertog Hendrik de Vrome van Saksen (1473-1541) uit 1514. De schakels zien eruit als dropslierten en lijken als een lange draad gevlochten te zijn. Het zijn echter wel degelijk schakels maar de punten waar het goud aan elkaar is gesoldeerd zijn slim verborgen waardoor de illusie van een eindeloze draad gewekt wordt. Een uiteinde van de ketting verdwijnt in zijn ingesneden, of gehackelte, trouwpak.
De sieraden die hij draagt op dit huwelijksportret symboliseren de eeuwige verbintenis met zijn vrouw, Catharina van Mecklenburg (1487-1561).[iv] Naast de schakelketting draagt hij een getordeerde gouden ketting bezet met robijnen en saffieren. Daaronder zien we een broche of een pendant waar twee in elkaar gevouwen handen worden geflankeerd door langwerpige diamanten. Dit fede motief gaat terug op de dextrarum iunctio, een Romeins recht waarbij het schudden van twee rechterhanden een bindend contract vormde. De schakelketting fungeert op dit levensgrote en ten voeten uit portret naast een liefdessymbool ook als teken van macht en rijkdom. De zware last om zijn schouders draagt Hendrik streng, fier en met een rechte rug zoals een echte heerser betaamt.
Er zijn in Nederland, voor zover mij bekend, geen vergelijkbare (profane) voorbeelden van zestiende eeuwse gouden schakelkettingen bewaard gebleven.[v] Het Rijksmuseum is echter wel in het bezit van een aantal gilde- en schuttersketens uit dezelfde periode waarvan voor dit verhaal een exemplaar uit Vlissingen interessant is.[vi] Dit schuttersketen van het schuttersgilde uit Vlissingen werd rond 1550 vervaardigd en jaarlijks uitgereikt aan de winnaar van de traditionele schietwedstrijd. Leden van de schutterij moesten daartoe met pijl en boog een houten vogel van een hoge paal schieten. De winnaar droeg vervolgens dit collier een jaar lang bij speciale gelegenheden. De ketting bestaat uit negentig verguld zilveren ovale, geribde schakels die om en om, liggend en staand, met elkaar verbonden zijn: een zogenaamde ankerschakel. De schakels zijn, op één na, gesoldeerd voor optimale sterkte. Onderaan de ketting hangt een vogel, staande op een boomstronk en omgeven door bladwerk. De musket die daaronder hangt maakt nog eens duidelijk dat het hier om een schuttersketen gaat.[vii]
In 1957 verwierf het Rijksmuseum een gouden keten uit de zeventiende eeuw dat waarschijnlijk in Batavia is vervaardigd.[viii] Het keten was eigendom van de laatste sultan van Ternate, Iskander Muhammad Djabir Sjah (1902-1975), en kwam in 1951 naar Nederland na afloop van de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog (1945-1949). Het halssieraad, bekend als ‘Keten van de Koning van Ternate’, is ruim 160 cm lang, weegt 745 gram en bestaat uit 105 identieke schakels van achttien karaat goud.
Elke schakel is opgebouwd uit drie waaiervormige elementen versierd met filigreinwerk en vijf knopjes. De elementen grijpen taps toelopend in elkaar en haken in de volgende schakel door middel van een driehoekig aanzetstuk dat aan de flauw gebogen zijde van de elementen is bevestigd. De keten werd in 1676 geschonken aan sultan Kaitjil Sibori (bijnaam sultan Amsterdam) die het jaar daarvoor gekroond was. De verloren gegane gouden medaille die oorspronkelijk aan de keten was bevestigd droeg de volgende inscriptie: 'Wegen d’Oost Indische Compagnie door den Gouverneur-Generaal vereert aan den Coninck, Quitchily Amsterdam tot gedachtenis van syn chrooninch en successie in het Tarnatse Ryck met confirmatie ende toegenegentheijt van haar Eds. geschiet den eersten February Ao 1675.'[ix]
Dit bijzondere halssieraad kunnen we beschouwen als een indrukwekkend staaltje goudsmeedkunst in een techniek die al eeuwenlang in gebruik was in het huidige Indonesië.[x] Maar de keten staat ook symbool voor de overheersing van de VOC en de totale ondergeschiktheid van de lokale heerser. De sultan was door de acceptatie van dit sieraad letterlijk gebonden aan de machthebbers in Batavia en sociale, politieke en vooral economische systemen op het eiland veranderden voorgoed.[xi]
De medaille werd op een zeker punt van het keten afgehaald en daarmee ging ook een deel van de historische betekenis verloren. Het stuk werd onderdeel van de rijkssieraden van het sultanaat en op een foto uit circa 1880 zien we de vader van de laatste sultan de keten dragen.[xii] Met de ontbinding van het koninkrijk na de eenwording van Indonesië had het keten als machtsuitdrukking van de sultan geen betekenis meer. De ‘Nederlandse’ herkomst, in combinatie met een gebrek aan financiële middelen, kunnen redenen zijn geweest waarom Djabir Sjah het keten heeft willen verkopen.
Krachtige schakelkettingen worden natuurlijk niet alleen in edelmetaal uitgevoerd en een vroeg werk uit het oeuvre van kunstenaar Bas Bouman (1976-) is daar een prachtig voorbeeld van. Dit halssieraad, zonder titel, was het eerste sieraad dat hij in opdracht uitvoerde. De opdrachtgever was Marjan Unger en Bouman vervaardigde het sieraad in het laatste jaar van zijn opleiding aan het Sandberg Instituut in 2004. De schakels zijn opgebouwd uit twee, met de hand gezaagde stukjes hout die door middel van lijm en een metalen pinnetje aan elkaar, maar ook aan de volgende schakel zijn bevestigd. Het hout dat Bouman voor de schakels gebruikte was afkomstig van een Chinese kist die hij op straat had gevonden. De belettering op die kist zien we terug op sommige van de schakels. Twee grotere uitvoeringen van dit collier bevinden zich in de collectie van Hiko Mizuno in Tokio en in de Marzee-collectie in Nijmegen.[xiii] De schakel speelt tot op heden een essentiële rol in zijn sieraden en de robuuste uitvoeringen in palissander, ebbenhout en eiken in combinatie met andere materialen maken van zijn stukken sterke, tactiele maar intieme statement pieces.
In 2017 vierde Gijs Bakker zijn 75e verjaardag en zijn 50-jarig jubileum als ontwerper met een solotentoonstelling bij Galerie Borzo in Amsterdam en Galerie Caroline van Hoek in Brussel. [xiv] Een van de nieuwe ontwerpen die hij daar toonde was dit halssieraad getiteld 3 Point 7. De titel verwijst naar het gewicht in grammen van iedere individuele schakel. Alle schakels wegen hetzelfde maar hebben andere afmetingen en dat heeft te maken met de massadichtheid (vroeger: soortelijk gewicht) van de verschillende materialen. Goud heeft een grotere massa per volume-eenheid dan perspex, 19,2 g/cm3 versus 1.18 g/cm3, en daarom is de kleinste schakel in dit halssieraad van goud en het grootste van perspex. Gijs Bakker maakte het ontwerp in 2014 en beschouwd dit werk als autobiografisch, een compendium van alle materialen waarin hij de afgelopen 50 jaar heeft gewerkt. De oplage van zeven stuks werd uitgevoerd door edelsmid Jan Matthesius in Schoonhoven. Nummer 2 uit deze serie is via de collectie van Marjan en Gerard Unger onderdeel geworden van de collectie van het Rijksmuseum. Marjan Unger had een speciale band met dit ontwerp en heeft het tot op het allerlaatst bij zich willen houden. Alles wat zij in een sieraad zocht kwam samen in dit halssieraad: een sterk uitgangspunt en ontwerp, de liefde voor en het historisch begrip van materialen, draagbaar, vernieuwend en kwalitatief van het allerhoogste niveau. De cirkel was rond.
De sterke behoefte die wij momenteel allen voelen om weer met elkaar verbonden te zijn vormt het uitgangspunt van de tentoonstelling ProChaine.[xv] Galerie Door in het Brabantse Mariaheide heeft haar kunstenaars gevraagd allen één enkele schakel, of deel van een ketting, te ontwerpen zodat deze symbolisch gezien samen één ketting kunnen vormen. De diversiteit in het werk van de kunstenaars kan in gedachten op geen mooiere manier samenkomen in deze periode van isolatie.
[i] Van Dale woordenboek online: Gratis woordenboek | Van Dale
[ii] Voor wat meer technische achtergronden aangaande schakels zie bijvoorbeeld O. Untracht, Jewelry concepts and technology, Londen 1985, pp. 184-196.
[iii] Zie bijvoorbeeld: J. Ogden, Jewellery of the Ancient World, New York 1982, pp. 57-67.
[iv] Beide portretten waren in 2018 te zien op de tentoonstelling High Society in het Rijksmuseum.
[v] Een zeer bijzonder, en tijdloos, schakelsieraad uit de tweede helft van de zestiende eeuw bevindt zich in de Livrustkammaran (Wapenkamer) in Stockholm: http://emuseumplus.lsh.se/eMuseumPlus?service=ExternalInterface&module=collection&objectId=38202&viewType=detailView. Toen ik dit sieraad een tijd geleden aan een groep studenten liet zien werd er gevraagd of ik de naam van de kunstenaar kon geven zodat ze op Instagram en Facebook meer werk konden bekijken.
[vii] In 2014 kocht het Rijksmuseum met behulp van een particuliere schenker een ander bijzonder schuttersketen uit de zestiende eeuw aan afkomstig van het Sint-Jorisgilde van Zevenbergen. Zie: http://hdl.handle.net/10934/RM0001.COLLECT.570925 en D.J. Biemond, Recent Acquisitions, in : The Rijksmuseum Bulletin 64 (2016) nr. 1, pp. 84-87.
[viii] Zie K. Zandvliet e.a., De Nederlandse ontmoeting met Azie, Amsterdam/Zwolle 2002, p. 117-120.
[ix] J.A van der Chijs, Dagh-Register gehouden int Casteel Batavia Anno 1676, Den Haag 1903, p.6 (8 januari)
[x] Zie bijvoorbeeld A. Richter e.a., Gold Jewellery of the Indonesian Archipelago, Singapore 2011.
[xi] Meer over de problematische betekenis van de keten zie: De biografie van een ambtsketen - LOCUS Dossier De Biografie (ou.nl)
[xiii] Emailcontact met Bas Bouman, maart 2021.
[xiv] Solo tentoonstelling ‘Black to White’, Amsterdam/Brussel, februari-april 2017.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie