Breiwerk, met name de chullo, is vandaag de dag een belangrijk onderdeel van het nationale erfgoed van Peru. De herontdekking en waardering van gebreide kledingstukken was het resultaat van zowel plaatselijke als internationale ontwikkelingen: er kwamen steeds meer regionale initiatieven om oude textieltradities te beschermen en tegelijkertijd beleefde de chullo een internationale carrière.
Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw daalde de populariteit van het breien als een traditionele techniek in Peru om verschillende redenen. Vanaf de jaren 70 beseften Peruanen dat de oude Indiaanse textieltradities snel aan het verdwijnen waren. Dat had te maken met maatschappelijke en economische veranderingen. Zo realiseerden de Peruanen zich dat ze van textiel een toeristisch product kunnen maken om geld te verdienen. Om het productieproces te versnellen, werden kledingstukken van slechtere kwaliteit vervaardigd.
Bovendien werd traditionele kleding steeds minder gedragen vanwege groeiende discriminatie en racisme. De Peruaanse regering respecteerde de rechten van de inheemse bevolking van Peru maar met mate en bovendien werd de inheemse bevolking door andere etnische groepen gediscrimineerd. Nieuwe generaties wilden zich daarom niet meer onderscheiden door traditionele kleding. De chullo werd geassocieerd met armoede en achterstand en was een reden tot discriminatie.
Gelukkig ontstonden er initiatieven om dit erfgoed te beschermen. De belangrijkste rol in dit proces speelt het Centro de Textiles Tradicionales del Cusco (Centrum voor Traditioneel Textiel in Cuzco). Het centrum werd in 1996 opgericht door Nilda Callañaupa Alvarez.[1] De missie van het centrum was het herontdekken van textieltradities om de kennis vervolgens aan jongere generaties door te geven. Daarnaast wilden ze een plek creëren waar mensen elkaar konden ontmoeten om kennis en ervaring uit te wisselen. Tegenwoordig brengt de organisatie mensen van verschillende gemeenschappen bij elkaar en proberen ze jonge mensen voor textiel te interesseren door onder meer het organiseren van tentoonstellingen, workshops en fairs. Ook worden er boeken gepubliceerd over technieken, geschiedenis en tradities van het Peruaanse textiel.
Hoewel de toenemde toeristenstroom mede een verval in de kwaliteit van het geproduceerde breiwerk veroorzaakte, zorgde dit wel voor een groeiende internationale populariteit van gebreide Peruaanse producten. Hierbij werd de chullo een ‘ambassadeur’ van het Peruaanse textiel.
De praktische waarde van deze mutsen met oorflappen is dat ze de oren warm houden: ideaal voor skiërs en alpinisten. Nadat deze mutsvorm eerst in die sporten wordt geïntroduceerd, verschijnt de chullo in de jaren 70 ook in de (niet sportieve) mode buiten Peru. Met name in Europa werden de praktische mutsen steeds populairder. Niet alleen onder liefhebbers van wintersporten, maar ook voor het alledaags gebruik. In januari 1972 publiceerde het bekende Duitse modeblad Burda een patroon voor een kindermuts met oorflappen die op de chullo leek.
In de jaren 90 werd wederom een impuls gegeven aan de internationale carrière van de chullo. Voor Dior’s prêt-á-portercollectie van (winter 2002) liet John Galliano zich inspireren door kleding vanuit de hele wereld. Tibet, Afrika, Zuid- en Noord-Amerika: een mengelmoes van invloeden kwam in verschillende interpretaties in de collectie terug. Op de Peruaanse chullo werd een enorme hanenkam gezet – niet traditioneel, maar wel interessant en innovatief.
Later heeft de chullo meerdere malen de hoofden van bekende sterren gesierd. Zo werd de muts gedragen door de leden van Depeche Mode in 2009 tijdens optreden in Lima, in 2010 door Steven Taylor van Aerosmith en in 2012 door Maroon 5. De internationale ‘roem’ heeft een nieuwe dimensie aan het beeld van dit traditionele Peruaanse kledingstuk gegeven. Peruanen associëren de chullo nog steeds met de arme inheemse bevolking, maar tegelijkertijd is de mutrs een nationaal symbool geworden. Nog steeds groeit de internationale populariteit van de chullo. De toeristenmutsen die tegenwoordig in Amsterdam en andere Europese steden te koop zijn, zijn een verre afgeleide van de chullo.
Callañaupa Alvarez N., Weaving in the Peruvian Highlands. Dreaming Patterns, weaving memories, Cusco 2007.
[1]Callañaupa Alvarez, 2007, p. 100-105
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie