Het ambtskostuum van een consul-generaal

2
Steek behorend bij het ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo
2 juni 2015
Kunsthistorica en voormalig conservator kostuum en textiel bij Paleis Het Loo

Het ambtkostuum toonde vroeger het onderscheid tussen ambt en rang, dit was vooral te zien aan kleine maar cruciale details. Een verschil was al af te lezen wanneer iemand een gouden of zilveren borduursel droeg.
Koningin Wilhelmina liet zelfs voorschriften omtrent het ambstkostuum vastleggen, zodat een ieder zich aan de regels hield.

Kostuums met gouden of zilveren borduursels

Bij avondontvangsten aan het hof werden niet alleen de mooi geklede dames, maar vaak ook de heren in hun hofkostuums geroemd, die opvielen met hun uitbundig glinsterende borduursels. Ook de ambtskostuums of de ambtsgewaden waren prachtig versierd met gouden of zilveren borduursels. Ieder ambtskostuum kent zijn eigen borduursels; het onderscheid tussen het ene of andere ambt of rang was vaak alleen aan die kleine verschillen af te lezen.

Hofetiquette

Het uiterlijk van de ambtskostuums moest voldoen aan strenge regels. Deze voorschriften werden vastgelegd in een zogenoemd Koninklijk Besluit. Koning Willem I legde in de ‘‘Bepalingen omtrent de hof-costumes”van 17 maart 1815 de kledingvoorschriften van de hofkostuums vast, die tot ver in de 20e eeuw bleven gelden. Het voert te ver om hier alle vijftien artikelen te omschrijven, maar in artikel 1 werd bepaald dat “Alle hoogere en lagere burgelijke ambtenaren, welke costumen hebben, zullen dezelve moeten dragen, wanneer zij ten Hove verschijnen. Wordende onder het woord costume geene andere verstaan, dan dezulke, welke door Zijne Majesteit zijn geaccordeerd”.

Consul-generaal

Hier ziet u zo'n costume: het ambtskostuum van een consul-generaal, waarvan de drager helaas onbekend is gebleven. Koning Willem II liet pas op 17 april 1842 vastleggen, hoe het hofkostuum voor de diplomatieke dienst, waaronder de consuls-generaal, eruit diende te zien. Men diende onder een donkerblauwe lakense rokjas, voorzien van goudborduursel en geelmetalen knopen met een gekroonde ‘W’, een donkerblauwe of witte lakense pantalon met goudgalon te dragen. Op het hoofd werd een steek met witte of zwarte veren gedragen. De degen kon worden geborgen in een witte of zwarte schede.

Gebr. Domhoff, circa 1910. Ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo
Gebr. Domhoff, circa 1910. Ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo

Gebr. Domhoff, circa 1910. Ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo
Gebr. Domhoff, circa 1910. Ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo

Een nieuw ambtskostuum

Op 8 januari 1908 liet koningin Wilhelmina het uiterlijk van deze ambtskostuums vastleggen in een nieuw Koninklijk besluit. Het hier afgebeelde ambtskostuum van de Gebr. Domhoff uit circa 1910 voldoet geheel aan de nieuwe kledingvoorschriften. Daarin werd bepaald dat het gehele borduurwerk in zilver in plaats van in goud moest worden uitgevoerd.

Borduurwerk van een ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo
Borduurwerk van een ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo

Bovendien mocht uitsluitend nog een blauwe pantalon met zilvergalon worden dragen en moest de degen worden geborgen in een zwarte schede. Het rangonderscheid lag in het zilverborduursel, waarvan de beschrijving op de leek nogal cryptisch overkomt, maar die misschien toch te volgen is: “De beide trekken zijn van matte cantille, ook wel wordt de buitenste gepasseerd en de binnenste van ingestoken pailletten gemaakt. Tussen de beide trekken perels, verbonden door een stek van matte cantille. De bladeren zijn eveneens van matte cantille met ingestoken pailletten, terwijl de bloemetjes om de ander mat en blinkend zijn. De grasjes zijn van blinkende cantille en de veren van ingestoken pailletten”. Een cantille is een spiraalvormig tot een buisje gewonden goud- of zilverdraad.

Schede behorend bij het ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo
Schede behorend bij het ambtskostuum van een consul-generaal. Foto: Stef Verstraaten. Collectie Paleis Het Loo

Hergebruik

Zulke ingrijpende veranderingen in de kostuumvoorschriften kwamen bij de gebruikers altijd hard aan. De ambtskostuums waren immers zeer duur in aanschaf, vooral vanwege het kostbare goud- of zilverborduursel, dat nog met de hand werd aangebracht. Koningin Wilhelmina liet daarom in het Koninklijk Besluit van 1908 vastleggen dat de oude ambtskostuums mochten worden opgedragen. Maar in veel families of onder collega’s werden ambtskostuums vaak doorgegeven aan de volgende generatie. Dat verklaart waarom in sommige museumcollecties ambtskostuums worden aangetroffen gemaakt door twee verschillende kleermakers of met de broek van een andere maat dan het jasje.

Na de Tweede Wereldoorlog besloot koningin Wilhelmina tot verdere versobering van het uiterlijk vertoon. Mede hierdoor stierf het dragen van het ambtskostuum een langzame dood.

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Aa

Hebben de knopen op de voorzijde nog een praktische functie? Ik zie namelijk geen knoopsgaten meer.
Of zijn ze verworden tot;outer versiering.?

31 dec 2015

De knopen zijn in dit geval inderdaad onderdeel van de versiering. De eigenlijke sluiting is met haken en ogen aan de binnenkant.

Reactie