Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Waar de klassieke modetheorie van de vorige eeuw zich vooral druk maakt om mode als uitdrukking van status, zijn vandaag de dag sekse en seksuele identiteit veel belangrijker voor onze persoonlijkheid.
Hier doet zich direct een interessant gegeven voor: sekse (gender) is namelijk meestal zichtbaar, maar seksuele identiteit is dat op zich niet. We zien bijna altijd direct of iemand man of vrouw is, maar we kunnen niet altijd met zekerheid zeggen of iemand homo of lesbienne is. Kijk bijvoorbeeld naar het huidige kabinet waar een lesbische minister en een homoseksuele staatssecretaris aan deelnemen. Maar op de bordesfoto van de installatie van het kabinet zijn zij niet als zodanig herkenbaar.
In beeldcultuur is dat een ‘probleem’. De filmtheoreticus Richard Dyer heeft gesteld dat homoseksualiteit in film zichtbaar gemaakt moet worden, want anders herkent de kijker het niet. Zo ontstaan stereotypen voor lesbiennes als de ‘butch’ en voor homo’s als ‘sissy’ of ‘queen’. De lesbienne in de Hollywoodfilm draagt mannelijke kleding en kort haar, ze rookt op een stoere manier een sigaret of gebruikt zelfs een wapen, terwijl de homo in Hollywood stereotiep wordt neergezet met een paarse zakdoek in het pochet van zijn colbertpak of met de pink omhoog roerend in het kopje thee. Deze stereotypen spelen in onze cultuur nog een grote rol bij verwachtingen over homoseksualiteit en uiterlijk (Geczy & Karaminas, 2013). De relatie tussen kleding en homoseksualiteit heeft bijna altijd te maken met het overnemen van aspecten van kleding van de andere sekse. Een mannelijk geklede vrouw denken we te herkennen als lesbisch, en een vrouwelijk geklede man als homoseksueel. Maar er zijn natuurlijk genoeg vrouwelijke lesbiennes en mannelijke homo’s, terwijl mannelijke vrouwen of vrouwelijke mannen ook hetero kunnen zijn.
Historisch gezien zijn verschillen in kleding meer aan status, klasse en beroep gebonden dan aan gender. Kijken we naar kleding van koningen en adel in de afgelopen eeuwen, dan zien we voor zowel de heren als de dames een overdaad aan fluweel, brokaat, damast, kant, sieraden, zwierige hoeden of pruiken, en dat allemaal in felle kleuren. Ja, vrouwen dragen jurken, maar mannen uit de hogere klassen doen niet voor vrouwen onder wat betreft barokke overdaad. Pas in de negentiende eeuw gaat de mannenkleding langzamerhand versoberen tot het donkere en uniforme twee- of driedelige herenkostuum zoals we dat vandaag nog steeds kennen—en dat zich helaas over de hele wereld heeft verspreid.
De psycholoog J.C. Flügel heeft dat ‘the great male renunciation’ genoemd, de ‘grote mannelijke verzaking’. Mannen hebben afstand moeten doen van alles wat kleding leuk maakt: kleuren, soepele stoffen, complexe plooien, elegante vormen, lange gewaden, en sieraden. Dat ervaren we nu allemaal als vrouwelijk. We kijken met verbazing naar de kostuums in historische films of tv-series, zoals de barokke kleding van Hendrik de Achtste van Jonathan Rhys Meyers in The Tudors (2007-2010), of de sierlijke kledij in de tijd van Mozart zoals in de film Amadeus (1984). Dan zijn de mannen in de tijd van Jane Austen begin achttiende eeuw al een stuk soberder gekleed, ook al is het nog wel eleganter dan nu (Sense and Sensibility (1995); Pride and Prejudice (2005)). En rond 1920 zijn we beland bij de mannenkostuums zoals we die nu nog steeds kennen, ook als het een rijk en decadent milieu betreft zoals in The Great Gatsby (2013). De mode voor mannen staat eigenlijk al ruim twee eeuwen behoorlijk stil: daar is dus nog een enorme slag te winnen!
Begint voor mannen de versobering in kleding vanaf eind achttiende eeuw, voor vrouwen komt dat pas later. Aan het begin van de twintigste eeuw wordt vrouwenkleding in rap tempo moderner: het korset verdwijnt, het silhouet wordt rechter en de lijnen simpeler, de rokken en de mouwen worden korter. Dit heeft te maken met zowel het moderne leven in de stad als de vrouwenemancipatie. Als vrouwen de arbeidsmarkt gaan betreden en de tram of trein willen halen, dan zijn lange en volle rokken bijzonder onhandig en zelfs gevaarlijk.
Coco Chanel speelt in deze periode een belangrijke rol in de modernisering van dameskleding. De laatste jaren zijn veel series en films over Chanel verschenen waarin altijd het grensoverschrijdende karakter van haar ontwerpen naar voren komt: ze gebruikt stoffen als jersey dat diende als ondergoed voor mannen; met haar visserstruien doorbreekt ze zowel klasse als gender; en met rechte lijnen maakt ze korte metten met het voluptueuze silhouet en de tierlantijnen van welgestelde dameskleding (b.v. Coco avant Chanel, 2009).
Aan het einde van de negentiende eeuw gaan een paar vrouwen voor het eerst broeken dragen, maar het is vanaf 1800 bij wet verboden en broek-dragende vrouwen worden dan ook gearresteerd. Zij overtreden immers de openbare orde of Gods orde! In de jaren twintig van de vorige eeuw begint, heel langzaam, de pantalon voor vrouwen doorgang te vinden. Chanel introduceert een broek voor vrouwen. Beroemde actrices zoals Marlene Dietrich of Greta Garbo zijn afgebeeld in pantalon en zelfs in mannenpak. Maar pas in de jaren zestig breekt de damesbroek definitief door.
De modeontwerper Yves St. Laurent schrijft in 1966 geschiedenis met zijn smoking voor vrouwen. Door de hippiebeweging vervagen in die tijd de grenzen tussen mannen en vrouwen: jongens dragen lang haar, en meisjes dragen jeans. In de tachtiger jaren verschijnt de carrièrevrouw in mannenpak: een colbert met volle schouders, soms met broek, soms met een rok. Het wordt ook wel ‘power dressing’ genoemd; bijvoorbeeld Diane Keaton in de film Annie Hall (1977) of Grace Jones met haar vierkante schouders en dito kapsel (b.v. het album Nightclubbing, 1981). Het mantelpak is tot op de dag van vandaag een vast ingrediënt in de garderobe van de zakenvrouw of politica.
Vrouwen mogen dan broeken dragen, dat is nu heel gewoon, maar mannen dragen zelden rokken of jurken. Ze zijn er wel, maar bijna alleen op de catwalk, zoals in ontwerpen van Marc Jacobs, Jean-Paul Gaultier, of J.W. Anderson. Deze a-symmetrie is gemakkelijk uit te leggen met gendertheorie, die de machtsverschillen tussen de seksen bestudeert. Een sociale groep zal zich altijd aanpassen aan de dominante norm en daarmee aan macht en status winnen. In dit geval meten vrouwen zich mannelijke kleding aan, zoals de pantalon, of het colbert. Als de dominante groep kleding overneemt van de maatschappelijk achtergestelde groep, dan verliest die aan macht en status. Een man in rok of jurk: dat vindt bijna iedereen raar of belachelijk. Hetzelfde geldt voor felle kleuren. Een man in een knalrood colbertpak nemen we minder serieus.
Door de geschiedenis van mode voor vrouwen en mannen te kennen, weten we nu waarom vrouwen zich in het algemeen een meer mannelijke look hebben aangemeten dan andersom. Een lesbische look is dan ook vaak minder herkenbaar, want een vrouw in een kek colbertpak met frisse kleuren kan ook gewoon hip zijn en hoeft niet per se lesbisch te zijn. Terwijl een man in een roze colbertpak, of in een paars mantelpak, onherroepelijk associaties met homoseksualiteit oproept.
Deze a-symmetrie zien we bijvoorbeeld bevestigd in de coverfoto van Gigi Hadid en Zayn Malik op de Vogue van augustus 2017, gefotografeerd door Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin, waarin ze in hetzelfde bruine pak poseren. Ook hier zien we dat vrouwen wel ‘ongestraft’ mannenkleding kunnen aantrekken, terwijl dat andersom zelden gebeurt. Als een lesbische look mannelijk is, wordt dat als minder schokkend ervaren dan mannen die zich vrouwelijk kleden. Op het gebied van kleding (laat staan make-up!) is de vrijheid voor mannen dus veel kleiner dan voor vrouwen.
Vanaf de jaren zestig is er ook een andere ontwikkeling gaande, want mannen- en vrouwenkleding komt steeds dichter bij elkaar. Androgynie, het vermengen van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen, is een nieuw ideaal dat bij tijd en wijle weer terugkomt. In de jaren zestig en zeventig heette dat ‘uniseks’ kleding. In de jaren tachtig vieren de vrolijke ‘gender benders’ in de popmuziek hoogtij: David Bowie, Prince, Michael Jackson, Boy George, en onder de vrouwen Madonna, Grace Jones en Annie Lennox. Ook tegenwoordig is er weer volop aandacht voor de fluïditeit van gender, zoals Saskia de Brauw in een mannencampagne voor Yves Saint Laurent (2012), of de Nederlandse eeneiige tweeling, de zussen Lisa en Anna Bosveld, die zich aan genderhokjes willen onttrekken. De postmoderne filosofie heeft ons geleerd dat identiteit fluïde en flexibel is; en dat geldt ook voor de sekse-identiteit van homo’s en lesbo’s. Laten we er met elkaar een ‘genderbende’ van maken!
Biografie
Anneke Smelik is hoogleraar Visuele Cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Haar meest recente boeken zijn Delft Blue to Denim Blue. Contemporary Dutch Fashion (2017) en Thinking through Fashion. A Guide to Key Theorists (2016). Haar huidige onderzoek gaat over duurzaamheid en mode. www.annekesmelik.nl
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Een andere invalshoek, namelijk die van sensualiteit, tot aan het aan frivole . Lang gezocht naar voorbeelden frivole kleding mannen in history, maar kom niet verder dan carnavals-kledij. De variatie in kleding voor vrouwen overstijgt ver die voor mannen. Toch ben ik er van overtuigt dat er voor mannen op kleding-gebied meer mogelijk is, zonder copy-cat te zijn van vrouwen. Mij staan o.a. voor ogen Pierrot met hemd uitlopend in rokje-achtig iets, en varianten op wambuis, als wel page-kostuums.