Resultaat gegarandeerd: waarom de complexe modetaal geen barrière meer vormt in het Modemuze van de toekomst.
Als jij op Modemuze zoekt naar alle jurken uit de museumcollecties, wil je waarschijnlijk ook echt alle jurken vinden. Maar, woorden die musea gebruiken om kleding te registreren zijn, kort gezegd, divers. Als jurken niet als ‘jurk’ staan omschreven, maar bijvoorbeeld als ‘kleed’ of ‘japon’, zal jij die waarschijnlijk niet terugvinden in je zoekresultaat.
Gelukkig zijn er de afgelopen jaren enorme sprongen gemaakt in de ontwikkeling van zoekmethodes voor het internet, die het mogelijk maken om ‘woorden die hetzelfde betekenen’ te koppelen. Dit kan ook veel betekenen voor de manier waarop we online door modecollecties heen zoeken.
De gangbare manier om een zoekopdracht uit te voeren op een collectiewebsite, is om een woord in te tikken, waarna de computer de lettercombinatie afgaat en deze reproduceert in de vorm van zoekresultaten. Zoek je nu bijvoorbeeld op ‘salopette’ dan krijg je alleen alles te zien dat precies zo gespeld is. Maar salopette is in het Nederlands ook gewoon tuinbroek en die krijg je dan niet te zien.
Informatiespecialisten stellen een alternatief systeem voor: hierbij word een centrale code ingezet, waaraan verschillende woorden worden gekoppeld die hetzelfde betekenen. Code 3000046178 staat dan voor tuinbroek, salopette én voor het Engelse overall en Duitse Latzhose. In de toekomst - want dit is work in progress - komen daar alle talen bij waarin een woord voor dit type broek bestaat.
De afgelopen twee jaar hebben het ModeMuseum in Antwerpen (MoMu) en de conservatoren van de Modemuzemusea onderzocht of dit zou kunnen worden gerealiseerd voor het platform.
In de Art & Architecture Thesaurus (AAT voor intimi) worden deze codes verzameld en beschikbaar gesteld voor gebruik over de hele wereld. Sinds de jaren 1970 werkt men in L.A. aan die terminologie, bij het Getty Research Institute. Niet alleen voor computers, maar óók voor mensen is het een interessante bron. De AAT geeft niet alleen toegang tot informatie over bijvoorbeeld de tuinbroek, maar biedt ook gelijk vertalingen naar het Duits, Spaans en Engels.
Vanwege het groeiende belang van een - voor computers - leesbare thesaurus voor musea die hun modecollectie online willen tonen, is besloten de AAT op te schonen en aan te vullen. Binnen het project ‘Visuele Thesaurus voor Mode & Kostuums’ – onder leiding van MoMu Antwerpen in samenwerking met Modemuze – hebben museummedewerkers een hele hoop uren gewerkt aan het gereedmaken van een nieuw pakket aan modetermen om zo het zoeken én vinden van objecten in de collecties beter en makkelijker te maken.
Er zijn meer dan 140 gloednieuwe ‘concepten’ aangeboden aan de AAT. Dit zijn geen termen in een bepaalde taal, maar moet je zien als ‘dingen’, waarover je informatie aanlevert. Bijvoorbeeld het concept ‘bandschoen’, heet in het Nederlands zo, en in het Engels ‘Mary Jane’, en heeft verder een korte beschrijving en bronverwijzingen. Samen is dat een concept dat in de toekomst met meer talen kan worden aangevuld. Het Getty Research Institute is momenteel bezig om de nieuwe concepten in de terminologie te verwerken. Het heeft het pakket aangenomen van het RKD (Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis) dat als Nederlands doorgeefluik fungeert.
Een spencer kennen veel 21ste-eeuwse Nederlanders wellicht als een soort trui zonder mouwen, maar dit woord betekent evengoed een kort, begin 19e-eeuws jasje met een hoge taille. Niet zo heel raar dat in de AAT de juiste term voor zo’n mouwloze trui, de slip-over, als Nederlandse vertaling stond bij die korte damesjasjes. Dat moest er natuurlijk uit. Voor het wat ‘preppy’ twintigste-eeuwse kledingstuk is een nieuw concept aangemaakt met de correcte term, slip-over dus, én de Vlaamse variant: debardeur.
Lorgnons, monocles, pince-nez, knijpbrillen en lorgnetten zijn verschillende soorten ouderwetse zichtverbeteraars. De namen voor de verschillende typen ‘oogglas’ zijn door de tijd heen vaak uitwisselbaar gebruikt en het resultaat is terug te lezen in de standaardwerken van bijvoorbeeld Maurice Leloir (Dictionnaire du Costume), die bij ‘lorgnette’ noemt: zie pince-nez. In de AAT stonden lorgnetten en monocles ook al, maar allebei met lorgnons als vertaling! Uiteindelijk werd desondanks duidelijk dat lorgnons en lorgnetten brillen zijn die vastgehouden worden, op een stokje, met één of twee glazen. Ze leken op toneelkijkers, en waren ook nuttig om anderen mee te bespieden. Gluren, dat is immers de betekenis van het woord ‘lorgner’... Pince-nez en knijpbrillen zijn brillen die vastzitten op de neus. Een monocle is één glas dat in een oog gehangen kan worden.
Naast deze ‘moeilijkheden’ leidde de onderneming ook tot leuke weetjes. Zo heeft het Gemeentemuseum Den Haag dasriemen in hun bezit. Daar komt dit overeen met een riempje waarmee een das kan worden bevestigd om de hals, maar het leidde ook tot een andere ontdekking. Namelijk riemen geïnspireerd op een stropdas, van zijde, soms met gesp. Dit heeft zijn origine in het kleedgedrag van danser Fred Astaire, die met zijn smalle heupen het ideale figuur had voor een accessoire op taillehoogte.
En een zoektocht naar de aard van de zouavenbroek leidde tot een term die (nog) niet nodig bleek voor onze collecties: Hammer pants. De Hammer pant is een type harembroek met een wel heel laag hangend kruis, waardoor deze pantalons ideaal voor het dansen van hip hop. MC Hammer droeg ze tijdens optredens in de jaren ’80 en ’90 én bijvoorbeeld in de clip bij zijn hit You can’t touch this (1990). In 2007 verschenen ze weer terug op de internationale catwalks.
En de bol van koksmutsen, ontdekten we, hoort met 100 plooitjes aan de hoofdband te worden vastgezet. Hoezo? Dit refereert aan de 100 manieren om een ei te bereiden.
Bekend met bandschoenen, die in de jaren 1920 zo populair waren? In het Engels heten deze meisjesachtige schoenen ‘Mary Janes’: genoemd naar een Amerikaanse stripfiguur waarvan de rechten in 1904 door een schoenfabriek werden gekocht. In Sex and the City kwamen ze ook voorbij. Stonden die al in de AAT? Jawel. Tot 2016 werd het woord echter alleen gebruikt voor een type hennep, de cannabis sativa, ook wel ‘Mary Jane’ [red: de thesaurus wordt niet alleen voor mode gebruikt].
Op dit moment is de term echter ook bruikbaar voor organisaties die modecollecties beheren. Het behelst niet meer alleen een ‘species of herb’, maar ook ‘low-heeled shoes with closed toes and one or more straps around the ankle or instep’.
Modemuze bereidt momenteel de verbetering van het zoeksysteem voor, die deze ontwikkeling teweeg zal brengen. De bedoeling is dat musea deze codes zullen gaan gebruiken en dat de programmeurs die het platform bouwen de achterkant van de site hierop instellen. Wanneer hierin stappen zijn gezet, kun je hierover lezen op het blog.
Onmisbaar
Brooks-Picken, M., A Dictionary of Costume and Fashion. Historic and Modern (New York 1999)
Mankey Calasibetta, C., Fairchild's Dictionary of Fashion (2e druk, New York 1998)
En, om niet te vergeten
De boeken van het echtpaar Cunnington, zie ook http://fashion-history.lovetoknow.com/fashion-history-eras/c-willett-phi...
Voor het Nederlands
Kybalová, L. et al. (eds.), De grote encylcopedie der mode (Haarlem 1970)
Broby-Johansen, R. en A. Coolen, Kleding en het AaBe ervan (Tilburg, 1953)
Conrads, M. en G. Zwartjes, Tirions Kostuumgids (7e druk; Baarn 1993)
Conrads, M. Handboek Kostuum accessoires (Baarn, 1990)
Du Mortier, Bianca M., N. Bloemberg, M. van Rossum, Accessorize! 250 objects of fashion and desire (Amsterdam 2009)
Nuttige Franse naslagwerken
Boucher, F. Histoire du costume en occident (4e druk, Parijs 2008)
George, S. Le vêtement de A à Z. Encyclopédie (Parijs 2008)
George, S. Les accessoires de A à Z. Encyclopédie. (Parijs 2008) (twee volumes)
Leloir, M., Dictionnaire du costume et de ses accessoires des armes et des étoffes des origines à nos jours (Parijs 1951)
Voor specifieke onderwerpen: hoeden, streekdracht, hedendaags e.d.
Bolomier, E. et al., Encyclopédie du couvre-chef. L'homme et sa tête (Lyon 2008)
McKelvey, K. Fashion source book (2e druk, Oxford 2006)
De Jonge, J., K. van Godtsenhoven et al., Een leven in mode. Vrouwenkleding 1750-1950. Uit de collectie Jacoba de Jonge (Tielt 2012)
Hohé, M., T. Rosa de Carvalho & H. Adriaans, Haagse hofmode (Zwolle 2007)
Havermans-Dikstaal, M., et al., Aangekleed gaat uit: streekkleding en cultuur in Noord-Holland 1750-1900 (Zwolle, 1998)
Wessem J.H. van, Ik kan Kostuumnaaien (1908)
Buck, Ann, ‘Vocabulary of Basic Terms for Cataloguing Costume. ICOM International Committee for the Museums and Collections of Costume’, Waffen & Kostumkünde, 1982 (2), pp. 119-121.
Kirkland, Arden, Kathi Martin, Marlise Schoeny, Kiki Smithand Gayle Strege. 2015. ‘Sharing Historic Costume Collections Online.’ In Dress 41, pp. 107-127.
Wildenborg, Ykje, ‘Fashion terminology today. Describe your heritage collections with an eye on the future’ in Pietsch, Johannes (ed.), Museum and Cultural Landscapes: Proceedings of the ICOM Costume Committee Annual Meeting, Milan, 3-7 July 2016, ICOM, 2016.
vtmk.data.momu.be/id
https://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Europeana_Fashion_-_MoMu_-_thesaurus_drawings
Gieneke Arnolli, Madelief Hohé, Frieda Sorber, Sjouk Hoitsma, Wim Mertens, Jacoba de Jonge, Karolien de Clippel, Judith van Amelsvoort, Marit Eisses, Birthe Weijkamp, Julia Dijkstra, Mila Ernst, Jacco Hooikammer, Hanneke van Zuthem, Leonie Sterenborg, Anne-Karlijn van Kesteren, Lisa Whittle, Inge Specht, Daan van Dartel, Ninke Bloemberg en Trudie Rosa de Carvalho.
Aanvullingen
Vul deze informatie aan of geef een reactie
Reactie