De Oranjes waren in de 19e eeuw gek op verkleden. In 1845 hield de kroonprins - de latere koning Willem III - ter gelegeheid van carnaval een groot gekostumeerd carnavalsbal. De gasten waren verkleed als ridders, oosterlingen, edelen, grijsaards, nonnen en harlekijns.
Vanaf de jaren 1920 wordt zonnebaden populair; een bruine huid werd een teken van welvaart, gezondheid, en jeugdige schoonheid. Mede hierdoor werd badkleding steeds minimaler.
De prachtige, aaibare mofjes in de collectie van het Amsterdam Museum laten je bijna vergeten waar het bont vandaan komt. Totdat eentje je opeens aankijkt!
Rond 1900 was kant alomtegenwoordig in de damesmode. Hoewel een groot deel van de kantproductie reeds machinaal gebeurde, bleef er interesse voor handgemaakte kant vanuit de bovenlaag van de samenleving – de burgerij en aristocratie. Een japon volledig vervaardigd uit handgemaakte kant was dus een echt statussymbool.
Een tentoonstellingsposter uit 1987 was de perfecte match voor de bestudering van de borduurtechnieken van de borst. In deze blogserie geeft textielrestaurator van het Rijksmuseum Mieke Albers een kijkje achter de schermen in het onderzoek naar deze vroeg 17de-eeuwse ‘borst’. Blog #3 gaat over het borduurwerk.