Boekbespreking Hirsch & Cie

 
26 februari 2019
Voormalig conservator kostuum Rijksmuseum

Het gebeurt niet iedere dag dat een Nederlandstalig boek verschijnt over een Nederlands ‘instituut’ dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de modegeschiedenis van ons land. Wanneer het dan ook nog eens prachtig uitgegeven blijkt: gebonden in een linnen band met titel in gouddruk, zwaar papier en zelfs een leeslint, zijn de verwachtingen uiteraard hooggespannen!

Modepaleizen in Amsterdam

In 2007 besteedde het Amsterdam Museum in haar tentoonstelling ‘Modepaleizen in Amsterdam’ aandacht aan de fascinerende geschiedenis van de opkomst & neergang van beroemde winkels als Hirsch & Cie., de Bonneterie, Metz & Co. en Gerzon. Over Metz en De Bonneterie verschenen in het verleden al studies, maar ook Hirsch verdiende een dergelijke eigen publicatie. Sinds december 2018 is dit langverwachte boek er eindelijk.

Diverse perspectieven

De schrijfster, historicus Femke Knoop formuleert haar doelstelling als volgt: in tegenstelling tot eerdere publicaties wil zij een multiperspectief over Hirsch bieden. Daarmee bedoelt zij uiteraard dat ze het onderwerp vanuit diverse perspectieven (sociaal, economisch, historisch, kostuum-historisch) zal bekijken en vooral ook verklaren. Een ambitieuze aanpak, die net zoals de fraaie uitgave de verwachting doet stijgen.

Ontbrekend kader

Omdat ik niet precies wist of Hirsch een grootwinkelbedrijf of een modehuis was dan wel een hybride vorm, die indertijd vaker voorkwam, had ik het prettig gevonden wanneer Hirsch meteen duidelijk tussen de overige exponenten in Amsterdam en daarbuiten zou zijn geplaatst. Jammer genoeg weet ik nu - na lezing van het boek - nog steeds niet wat Hirsch zo anders of bijzonder maakte. Al lezend blijkt namelijk vrij snel dat er niet gereflecteerd wordt op de stroom gegevens die men voorgeschoteld krijgt. Een duidelijk kader ontbreekt.

Hirsch en personeel

Zo worden talloze ballonnen opgelaten, o.a. over de werkomstandigheden en daarbij verwezen naar de ‘verhoren’ van een commissie (1898) die onderzoek deed naar de slechte situatie in de Amsterdamse kledingindustrie en interviews met voormalige, latere werknemers. Een conclusie of Hirsch ooit veroordeeld of beboet is (zoals vele andere werkgevers) wordt niet gegeven.

Daarbij wordt geheel voorbijgegaan aan de bijzondere positie die Hirsch innam ten aanzien van zijn personeel – in eigentijdse publicaties wordt gewag gemaakt van de vele mogelijkheden tot verdere ontplooiing (bibliotheek, lezingen) en ontspanning (toneelclub, ‘sociëteit’) die het personeel werden geboden. Ook hier was een vergelijking met andere winkels als De Bonneterie, Gerzon of Metz op zijn plaats geweest.

Hirsch aan het Leidseplein

Hirsch was gevestigd aan het Leidseplein. De toentertijd als gewaagd ervaren keuze voor deze plek kwam inderdaad tot stand  na oriëntatie bij buitenlandse voorbeelden, waarbij meteen opviel dat de ruime boulevards het de vermogende clientèle mogelijk maakte om met de koets voor de deur te stoppen. In tegenstelling tot de smalle Kalverstraat of Leidsestraat bood het nieuwe Leidseplein de mogelijkheid tot grootsteedse grandeur en comfort. Een vooruitziende beslissing die zich met de latere opkomst van de auto nog verder bewees, maar niet als zodanig in het boek terugkomt.

Hirsch en de opkomst van de mannequin

De opkomst van de mannequin/essayeuse wordt als een gegeven gebracht met alleen een summiere verwijzing naar modehuis ‘Lucile’ (zonder bronvermelding) dat hiervoor verantwoordelijk zou zijn geweest. Dit is een veel complexere ontwikkeling, die net zoals de positie van het winkelpersoneel een sociale kentering doormaakt. Het meermaals verkleden per dag bestond al sinds de 18e eeuw en was ten tijde van Hirsch zeker niet uitsluitend de premisse van de bovenste laag van de bevolking – ook de lagere echelons verkleedden zich voor bepaalde gelegenheden, mede mogelijk gemaakt door de opkomst van de confectie.

De invloed van Hirsch

Tegelijkertijd wordt uit de stroom gegevens duidelijk hoe wijdvertakt de invloed van Hirsch was, in Nederland maar ook daarbuiten. De sponsoring van modehuis Drecoll wordt besproken, maar had Hirsch niet ook bemoeienis met het Parijse modehuis Maggy Rouff?

Om toch op een positieve noot te eindigen, het boek is zeker aan te raden vanwege de enorme hoeveelheid gegevens die het bevat. Verwacht geen context of interessant notenapparaat, maar een grote opeenstapeling van feiten. Eigenlijk snakken die nu naar bewerking tot een volwassen boek over de geschiedenis van Hirsch – een instituut dat dit dubbel en dwars verdient!

F. Knoop, Hirsch & Cie Amsterdam (1882-1976), Haute Couture op het Leidseplein, Hilversum 2018, ISBN 9-789087-047283, €25.

 

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie

Reactie